5-de zondag van Pasen
Handelingen 9, 26-31
Johannes 15, 1-8
Wij moeten niet lief hebben met woorden en leuzen, maar met concrete daden.
Alleen die verschaffen ons de zekerheid dat wij thuis horen bij de waarachtige God, schrijft Johannes in zijn brief aan ons. Hetzelfde zegt de lezing van wijnstok en de ranken. Als de ranken geen vruchten dragen en alleen maar mooie bladeren zijn met niets er onder, dan wordt je afgesneden. Aan schone schijn heb je niets.
Wij leven in de eerste dagen van mei en die zijn in Nederland altijd gevoelig.
Wij gedenken dat 75 jaar geleden de Tweede Wereldoorlog ons land in bezit nam; we gedenken ook dat 70 jaar geleden ons land werd bevrijd.
In die jaren zijn duizenden slachtoffers gevallen: soldaten en burgers, verzetsstrijders en onschuldige voorbijgangers; joodse mensen omdat ze joods waren; homo’s en communisten; andere minderheidsgroepen.
Wij spreken in mei met deze mensen onze verbondenheid uit. Wat toen was, mag nooit meer gebeuren. Wij die in vrijheid leven, gaan daar voor in staan. Bij de sjoel in Amstelveen en bij de cheider hier in Amsterdam – de joodse school – staan nu weer politiehuisjes. Is het uitspreken van onze verbondenheid een loos woord?
Het thema van Bevrijdingsdag is “Vrijheid geef je door”. Vrijheid moet je koesteren.
Maar wat is de vrijheid die we in 1945 als opdracht gekregen hebben precies?
Hoe moeten we vrijheid beleven als wij het geen woorden en leuzen willen laten zijn, maar concrete daden? Concrete daden waarin wij onze liefde uitdrukken betekenen ook dat wij ons met anderen verbonden weten. Er is geen vrijheid zonder verbondenheid; er is geen liefde zonder concrete daad. Schone schijn is vruchteloos.
In de lezing uit de Handelingen hoorden we dat Paulus, die zich tot het geloof in Jezus bekeerd had, niet werd geaccepteerd door de geloofsgemeenschap in Jeruzalem. Ze wantrouwden blijkbaar zijn bekering en geloofden niet dat hij een leerling van Jezus was. Los van de gemeenschap kan de bekering van Paulus geen vruchten dragen. De gemeenschap zelf kan zó in zichzelf besloten zijn dat zij vruchteloos wordt en daardoor los raakt van haar oorsprong: Jezus de Heer.
Gelukkig trek Barnabas zich het lot van Paulus aan en brengt verbondenheid tot stand. Vanaf nu kan Paulus de gemeenschap mee helpen opbouwen en het evangelie van de vrijheid en bevrijding gaan verkondigen. Wij worden weggeroepen van eigen doodlopende wegen en vinden in Jezus een weg naar het waarachtige leven.
Er is geen vrijheid zonder verbondenheid. Er is geen vrijheid als ik mij niet door een daad van genegenheid en liefde aan een ander wil of kan verbinden. Vrijheid is in zekere zin zelf de vrucht van de liefde. In verbondenheid met jou kom ik tot leven, kom ik tot mijn recht, word ik waarachtig en vrij mens. Wanneer er geen verbondenheid is, dan hebben we ook niets met elkaar. Dan zijn we er ook niet voor elkaar.
Verbondenheid is altijd concreet en daadkrachtig. Als wij ons verbonden voelen door medelijden met bootvluchtelingen, dan kunnen we ze niet laten verdrinken. Ook al zijn we machteloos om te helpen, dan kunnen we toch hun angst en hun hoop, hun verlangen naar vrijheid meevoelen. Misschien kunnen we dan zó met eerbied en respect over deze mensen spreken dat wij goede en humane politici tot handelen brengen. Als wij ons verbonden voelen met de slachtoffers van de aardbeving in Nepal, dan kunnen we niet zeggen: “dat is nou al de zoveelste hulpactie; ik doe niet mee.” Als onze verbondenheid tekort schiet zijn we zelf geen vrije mensen meer. Als we nog niet verhard zijn, voelen we de last van het schuldgevoel. “Had ik dan toch maar niet….” Dan zijn we onvrij.
Nu is rechtstreekse verbondenheid van mens tot mens niet altijd vanzelfsprekend. Ik heb nog nooit een Nepalees ontmoet. Ik ken verhalen vanuit de oorlog en ik heb ook concentratiekampen bezocht: Auschwitz, Dachau en Westerbork. Ik heb ook gelezen over overlevenden van die kampen, maar er zelden één ontmoet zodat er een band is ontstaan. Hoe kun je verbonden zijn met mensen die je niet persoonlijk kent?
Hier kan het beeld van de wijnstok en de wijnranken ons helpen. De ranken zij met elkaar verbonden via de wijnstok. Als Jezus zich de ware wijnstok noemt, dan zijn wij via Jezus met elkaar verbonden. De wijnstok zelf wortelt in Gods liefde die via de wijnstok vruchtbaar wil worden in iedere mens.
Wij mensen kunnen vaak moeilijk rechtstreeks met elkaar verbonden zijn. Rechtstreekse banden kunnen banden van overheersing of minachting worden. Het egoïsme of groepsbelangen krijgen vrij spel.
We duwen mensen weg, stoten mensen af, werken onszelf naar boven.
Het beeld van de wijnstok en de ranken bied ons een ander perspectief.
Wanneer ik in een medemens eerst het gelaat van Christus zoek, dan laat ik me leiden door liefde. In de medemens houd ik van Christus en in Christus zie ik het gelaat van iedere medemens weerspiegeld. Mensen houden van elkaar omdat we Christus toebehoren. Onbekende mensen komen ons in Christus nabij.
Onze band met Christus maakt het ons mogelijk zo van elkaar te houden dat we elkaar doen opstaan tot nieuw leven. Wij worden vrije mensen die voor elkaar het goede leven bevorderen. De vrijheid die de vrucht is van onze verbondenheid met Jezus de wijnstok, is leven gevend en levenskrachtig. Tot die vrijheid in Christus zijn wij geroepen. Die vrijheid moeten we koesteren en doorgeven opdat alle valse beelden van vrijheid uit ons land verdwijnen. Het is de vrijheid om humane waarden te beleven die boven normen en wetten uitgaan. Verzet tegen iedere inhumane behandeling van wie dan ook in ons land is om Christus wil geboden. Iedere mens is toch zoals ik ben. In Christus geroepen en bestemd tot vrijheid.
Tom Buitendijk OCarm