zondag 14 februari 2016
1e zondag van de Veertigdagentijd – C
Deuteronomium 26:4-10 en Lucas 4:1-13
Op deze Eerste zondag van de Veertigdagentijd beginnen wij met het verhaal van de bekoring van Jezus in de woestijn. De woestijn, een plek waar niets groeit, geen heg om je achter te verschuilen, geen weg of boom om je te oriënteren, geen drukte waarin je je kunt verliezen. De woestijn is de plek waar honger wordt geleden, waar mensen dorsten naar een ander. In de woestijn kom je je grenzen tegen. Daar gaat het alleen om het meest wezenlijke. Bijkomstige dingen kun je je niet permitteren. Het is ‘n kwestie van leven, ‘n kwestie van overleven.
In de woestijn wordt Jezus door de duivel drie maal bekoord. Soms denk ik: Wat zou er gebeurd zijn als Jezus op die bekoringen was ingegaan? Hij zou aan de mensen brood moeten geven, zoals de Romeinse keizer dat deed, die het volk graag van brood en spelen voorzag om het ze rustig te houden. Dat zou Hem een mateloze populariteit hebben bezorgd. Geef het volk waar het om vraagt! Of Hij had een greep naar de macht kunnen doen. Dat zou ook wel eens interessant kunnen zijn! De Romeinse bezetter het land uit jagen en zichzelf tot koning kronen. Het zou Hem een ongekende populariteit hebben bezorgd.
Als Jezus op de bekoringen was ingegaan. Wat zou er dan gebeurd zijn? Ik denk eigenlijk ‘niets!’ Geen nieuwe schepping, geen nieuwe aarde, geen nieuw volk van God. Hij zou de geschiedenis zijn ingegaan als een bejubelde broodkoning, zoals er zovelen zijn geweest. Maar Jezus ging een andere weg, want er zijn belangrijkere dingen dan brood. Hebzucht maakt een mens niet vrij. Jezus leert dat de ware vrijheid ligt in het zijn voor elkaar zoals God er is voor ons. Omdat Jezus niet op de bekoring is ingegaan, hebben andere woorden een kans gekregen. Woorden als barmhartigheid, vrijheid’, liefde, je leven geven voor anderen’. Dan gaat het over de stervende graankorrel die eerst de donkere aarde in moet om tot leven te komen. Dan gaat het over de nieuwe grondwet die Jezus voor ogen heeft: het niet heersen over elkaar, maar elkaar dienen, niet de eerste willen zijn, maar achter aansluiten.
Jezus wordt bekoord door de duivel. De duivel, bestaat die dan nog? We moeten nu voorzichtig zijn, we moeten hem niet weglachen! Ook in onze tijd speelt hij nog steeds een hoofdrol! Wij hoeven maar om ons heen te kijken en we zien de duivelse krachten aan het werk in ons eigen leven en in die grote wereld. Haat, oorlog, discriminatie, geweld, terrorisme, liefdeloosheid. Zij maken constant deel uit van ons leven. Wij worden er mee geconfronteerd, of wel willen of niet. Elke dag rollen beelden onze kamers binnen. Beelden van mensen in tomeloos verdriet. En niet alleen in die grote wereld, ook in die kleine wereld waarin wij leven zijn liefde en haat vaak elkaars buren en wonen bekoring en bekering naast elkaar, lopen vaak in elkaar over.
Het zijn deze duivelse krachten, waarmee Jezus zijn gevecht in de woestijn aangaat. Hij komt de duivel tegen in de woestijn van zijn leven. Meerdere malen heeft Hij moeten vluchten voor de duivelse krachten. Als kind op weg naar Egypte: 200 kinderen vinden de dood in Bethlehem door de moordende hand van Koning Herodes. In zijn eigen moederstad Nazareth brengt men Hem naar de rand van de afgrond. Maar Jezus is geen vluchteling gebleven. Aan het einde van zijn leven zoekt Hij – hoewel Hij weet wat Hem daar te wachten staat – de hoofdstad Jeruzalem op – de navel van de aarde.
De antwoorden van Jezus op de vragen van de grote verleider, lossen de problemen op aarde niet op, maar geven wel een richting. Elke tijd en elke generatie wordt bekoord om de liefde tot mensen in te wisselen voor de ordinaire machten van bezit, macht, rijkdom en geweld. Dan worden mensen genadeloos gereduceerd tot wezens waar je veel aan kunt verdienen, de mens als politieke en economische factor. Ook vandaag horen we: het is beter dat één mens verloren gaat, dan dat er een heel volk te gronde gaat.
‘Een mens leeft niet van brood alleen’. Brood heeft hier vele namen. Brood staat voor alle mogelijkheden waarmee wij ons leven zin en inhoud kan geven: voedsel, macht, geld, gezondheid, succes. Jezus zegt: hoe goed die dingen allemaal ook kunnen zijn, ze mogen je leven niet uitmaken. Alleen God kan je honger voor altijd stillen. ‘Alle rijkdommen van de wereld liggen aan je voeten, als je mij volgt’, horen we de duivel zeggen. Wij gaan maar al te graag op die uitnodiging in. Handelsbelangen worden praktisch alleen naar onszelf toe vertaald. Grote investeringen in de Derde Wereld, maar alleen via spijkerharde contracten en granieten overeenkomsten.
En hoe zit het met onze voedseloverschotten? Graan wordt alleen verstrekt als de prijs wordt betaald die wij er voor vragen! In de handen van politici kunnen er economische en politieke concessies mee worden afgedwongen. In de handen van generaals kan graan handiger zijn en ingrijpender dan de alles verwoestende bom. ‘Een mens leeft niet van brood alleen’. Iedereen mogen wij van voedsel voorzien. Brood is onontbeerlijk voor het leven. Maar het mag nooit ten koste gaan van eigen ziel en zaligheid.
Het Verhaal van Lucas eindigt anders dan bij zijn collega-evangelisten. De duivel voert Hem naar Jeruzalem – waar Hij zou sterven op de ‘vastgestelde dag’ – en plaatste Hem op de bovenbouw van een tempelpoort en zegt: ‘Jij bent Gods Zoon, God kan jou niets weigeren. Je hebt recht op Gods hulp. Gebruik dat recht voor jezelf: spring eraf en laat de engelen je opvangen’. En om een wonder vragen voor jezelf is toch niet te veel!
Maar om helemaal te begrijpen wat de duivel bedoelt, moeten we naar het kruis. Daar zegt de duivel: ‘Als je de Zoon van God bent, kom dan van het kruis af’. Wie zou Jezus dat kwalijk hebben genomen, als Hij van dat recht gebruik gemaakt had? Wie meer dan Hij had recht op Gods hulp? God had Hem voor het kruis kunnen behoeden. Maar Jezus weet: ‘Niet mijn wil geschiede, maar de Uwe’. Hij wilde solidair blijven met al die mensen die tot de dag van vandaag gekruisigd worden, uitgespuwd, bespot, verraden, in de hoek gezet, op de vlucht gejaagd, weg gebombardeerd.
Het evangelie van vandaag is overduidelijk: als Jezus kiest, ligt zijn keuze altijd aan de onderkant, bij mensen die aan dit leven schromelijk tekort komen. Dat is ook onze opgave in deze Veertigdagentijd: groeien van bekoring naar bekering. Het scheelt maar één letter, maar daar zullen we vrijwel ons hele leven over doen!
© Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
Locatie: H.Augustinus