zondag 7 september 2014
23e zondag door het jaar – A
Ezechiël 33:7-9 en Matteüs 18:15-20
‘Misschien ervaart u het resultaat van de samenvoeging van parochies niet op de eerste plaats als een bekroning of succes’, Dat schrijft de hulpbisschop van Haarlem-Amsterdam, Mgr.Jan Hendriks, in zijn begeleidende brief van het decreet van 15 juni jl. van bisschop Punt over de samenvoeging van een aantal geloofsgemeenschappen in één nieuwe parochie Amstelland. En de hulpbisschop heeft gelijk.
In de afgelopen jaren is er onder leiding van onze enthousiaste regiovoorzitter Peter van Straaten veel overleg geweest over een eventuele samenvoeging van de parochies. Soms een paar stappen vooruit, vaak ook weer een paar stappen achteruit. Maar in die gesprekken hebben we elkaar als parochiegemeenschappen beter leren kennen. Elke geloofsgemeenschap heeft zijn eigen geschiedenis en haar eigen werkwijze. Toch wonderlijk dat we elkaar toch gevonden hebben onder dezelfde noemer. En daarmee wordt een lang proces van samenwerking in de regio, dat al vanaf de start van de regiovorming in 2002 loopt, afgesloten en bekroond met een intensieve samenwerking. Soms dacht ik wel eens hoe krijg je die geloofsgemeenschappen bij elkaar onder één noemer? Zelf hield ik me vast aan het verhaal over een monnik die met hetzelfde probleem zat,
Die monnik vroeg eens aan zijn abt: ‘Hoe is het nu mogelijk om een gemeenschap van liefde met elkaar te vormen, als we allemaal zo verschillend zijn? Ieder van ons heeft zijn eigen wortels, spreekt zijn eigen dialect, zijn eigen taal, heeft zijn eigen karakter en zijn eigen opleiding. Er zijn mensen die van arme komaf zijn, anderen van rijke komaf. Sommigen hebben een bruine of zwarte en gele huidskleur, anderen een blanke. Hoe kun je daar nu een gemeenschap van Liefde van maken?’ De abt zei: ‘Je moet onze gemeenschap zien als één groot wiel. Daar zitten allemaal spaken in. Dat zijn de verschillende mensen. Ze lopen allemaal een eigen richting uit. Maar ze zijn wel verbonden met de as. En die as dat is de liefde – dat is Jezus. En hoe verschillend we ook zijn, het komt goed met ons, als we verbonden blijven met de as van de liefde!
Van dat verhaal kunnen we veel leren. Als we Jezus de as laten zijn, ook van onze geloofsgemeenschappen, met hun eigenaardigheden en hun eigen aardigheden, zal dat levenswiel van de liefde doordraaien. Als we Jezus de as laten zijn van ons gezinnen, dan komt dat gezin goed terecht, ook al lopen de spaken soms flink uit elkaar! Als we Jezus de as laten zijn, ook van onze nieuwe parochie RK Amstelland en parochie Ouderkerk, komt alles dik voor elkaar. Als we Jezus de liefdes-as laten zijn van al onze activiteiten en contacten, dan komt alles wel goed, dan zal Gods rad van de liefde door de wereld gaan. Dan draaien we elkaar geen rad voor de ogen, maar zijn wij op weg naar een nieuwe tijdperk.
Mgr.Hendriks schrijft: ‘We mogen niet uit het oog verliezen dat deze nieuwe start nieuwe kansen biedt om de grote zending op te pakken waar het in de kerk gaat om verkondiging en beleving van het Evangelie. Niemand weet hoe de toekomst er uitziet, maar het is belangrijk dat wij als katholieke geloofsgemeenschap elkaar vasthouden en bemoedigen.
Eén advies zou ik het Pastoraal Team en het bestuur van RK Amstelland en Ouderkerk willen meegeven. Het gaat in ons Pastoraat en ons Besturen niet alleen om allerlei taken en vaardigheden. De onderstroom mag ons contact zijn met elkaar en ons contact met God. Ik mag u vragen bij jullie werkzaamheden veel tijd in te ruimen voor het gebed. Het gebed mag de onderstroom zijn van alles wat wij doen.
Een ander handvat vond ik in het evangelie van vandaag. Ik moest bij dit evangelie onmiddellijk denken aan het beeldje van de drie aapjes. Ze staan in veel huiskamers. De een houdt zijn ogen dicht, de tweede zijn oren en de derde bedekt zijn mond met zijn hand. We noemen dat beeldje van de drie aapjes: ‘Horen, zien en zwijgen’. Het beeldje is een variatie van: ‘ik bemoei me er niet mee, ik heb genoeg aan mezelf. Ik heb niets gezien, ik heb niets gehoord, ik hou m’n mond! Mijn naam is Haas en ik weet van niets. Iedereen moet maar zelf zien wat hij doet.’ En er zijn voldoende redenen om je niet te bemoeien met het leven van een ander! Toch vertelt het evangelie ons iets anders. Jezus zegt: ‘Als u broeder de fout is in gegaan, wijs hem dan onder vier ogen terecht. En als dat niet helpt, haal er dan enkele getuigen bij. Als hij dan nog niet wil luisteren, leg het dan voor aan de kerk. En is hij daar ook doof voor, beschouw hem dan als heiden of tollenaar’.
Wat moet je met zo’n tekst die zeker niet populair is in een wereld die steeds individua-listischer wordt? Het ‘ieder voor zich en God voor ons allen’ viert hoogtij. Hebben wij dan zoveel met elkaar te maken? Jezus zegt ons dat we ons aan elkaar mogen spiegelen. Wij zijn geen eenlingen op deze wereld, sámen mogen wij proberen om steeds meer mens te worden. We mogen, nee, we moeten elkaar durven corrigeren. Maar let u eens op de volgorde die Jezus ons aanwijst. Hij begint met de broederlijke en zusterlijke vermaning onder vier ogen. Elk mens heeft blijkbaar recht op een privébenadering. Strooi niet rond wat er gebeurd is, wat er is misgegaan, hoe de ander de fout is ingegaan. Probeer daardoor de band met hem of haar te bewaren of te herstellen. Respecteer zijn of haar persoon, wijs hem of haar niet af.
‘Wijs elkaar terecht onder vier ogen’. Dat is het beginpunt van Jezus. Wij volgen vaak de andere weg. Wij beginnen bij de gemeenschap. Als iemand iets verkeerds heeft gedaan, mag en zal iedereen dat weten ook! De roddelmachine komt op gang. De persoon in kwestie voelt hoe er over hem of haar wordt geroddeld en gekletst. Je omgeving bevriest. Iedereen krijgt het te horen, behalve de persoon over wie het gaat. ‘Als je broeder u iets misdoet…’ Ja, wat dan? Wat moet ik dan doen? ‘Ga dan naar hem toe!’. Hoezo? Ik? Ik ben wel goed maar niet gek! Als een ander in de fout is gegaan, behoort hij bij mij langs te komen! Ik doe al genoeg, als ik hem vergeef! Maar moet de beledigde naar de belediger? Dat is teveel gevraagd. Misschien acceptabel voor heiligen, maar niet te accepteren voor ‘gewone’ mensen. Toch zegt Jezus ons vandaag: blijf naar begaanbare wegen zoeken, schrijf elkaar niet te snel af. Denk niet te gauw dat wegen naar de ander doodlopende wegen zijn.
Van het evangelie van vandaag naar de presentatie van de nieuwe pastor-diaken Eugène Brussee. Eugène, je hebt gemerkt hoe blij velen zijn dat je de Nicolaaskerk verruild hebt voor een plek in RK Amstelland en Ouderkerk aan de Amstel. En gelukkig dat je de mensen van de Nicolaas niet verweesd hoeft achter te laten, nu daar al een opvolger voor je is benoemd. Eugène, wij weten dat jij je hart hebt liggen bij geloofsopbouw, nieuwe evangelisatie en diaconie. Je leeft niet van mooie theorieën, je bent een man van de praktijk en weet mensen aan te spreken. Een meisje vroeg je net om hen te vertellen over Jezus. Dat zal je goed afgaan, want dat vak heb je ongetwijfeld geleerd en leer je nog van je mooie dochters Beaudine, Angelina en Gabrielle. En ongetwijfeld ook van je vrouw Suzanne.
In de jaren dat ik je nu ken, Eugène, weet ik dat je in je werk niet bóven, maar tússen mensen staat. Dat is, denk ik, de kracht van het pastor-zijn. Niet op een troon, maar tussen de mensen. Niet leven van mooie theorieën, maar van de levende praktijk. Je niet verbinden met mooie woorden, maar je vooral verbinden met mensen die telkens weer door het leven onderuit dreigen te gaan. Want mensen hebben geen behoefte aan schoolboeken en ingewikkelde theorieën. Zij vragen je dicht bij hen te staan.
Als pastor-diaken mag je Gods woord verkondigen, zoals eigenlijk elke gedoopte geroepen is om te getuigen van Gods grote daden, niet in grote woorden, maar in concrete daden. Priester-zijn en ook Pastor-diaken-zijn is geen doel in zich, maar een instrument. Als pastor mag je aanwezig zijn bij veel belangrijke momenten in het leven van mensen: als er een kind geboren wordt, als mensen gaan trouwen, als mensen ziek zijn, als mensen doodgaan, als mensen in de penarie zitten, als mensen feest vieren, dan mógen wij er bij zijn. Niet door boven op een gouden troon te gaan zitten, maar door het leven, de vreugde en de pijn, met hen te delen.
Als nieuwe herder trek je nu met de parochianen van Amstelland en Ouderkerk mee. En je weet, als pastor hoor je niet vooraan te lopen, je plaats is achterin of midden tussen de kudde. Dat deed Jezus ook: Hij was altijd te vinden temidden van zijn kudde. Want dáár speelt het leven zich af, in zijn fijne en verdrietige momenten. Met jou, met de andere pastores, met de besturen, met de vele vrijwilligers en met onze parochianen moeten wij er voor zorgen dat het verhaal van God en de mensen ook in de toekomst. Hier in Amsterdam/Amstelland doorverteld blijft worden aan toekomstige generaties. En dat natuurlijk onder Gods zegen. Eugène, van harte proficiat. Wij heten je van harte welkom. We zijn blij met je.
© Pater Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
en de H.Urbanus Ouderkerk aan de Amstel