zondag 2 mei 2021
5de zondag van Pasen – B
Handelingen 9:26-31,
1 Johannes 3:18-24 en
Johannes 15:1-8
Ambro Bakker s.m.a.
De wijngaardenier, de wijnstok, ranken, vruchten dragen. Het zijn beelden waarmee we in ons dagelijks leven niet zo vertrouwd zijn. Hoe anders was dat ten tijde van Jezus, waarin de mensen woonden te midden van talloze wijngaarden. Sterker nog: voor de Joden is dit het beeld van vruchtbaarheid en staat symbool voor het beloofde land. Maar ook van Gods zorg voor het volk en zijn teleurstellingen over zijn volk. Kortom: de wijnstok hing niet voor niets boven de ingang van de tempel van Jeruzalem!
Trouwens, in vele warme landen bloeit de wijnstok welig en de vruchten schenken een krachtige, aangename en – bij overdadig gebruik – benevelde drank. De wijnstok was daarom in het oude oosten een sprekend beeld van welvaart en rijkdom. In het Tweestromenland was de wingerd zelfs identiek met ‘levenskruid’. De wijngaard en de aanplant waren Bijbelse beelden voor het uitverkoren volk. Ze schrijft de profeet Jesaja: ‘Ja, de wijngaard van Jahwe der hemelse machten is Israëls huis, zijn bevoorrechte planten zijn de mensen van Juda (5:7).
In het evangelie van vandaag wordt dit beeld verder uitgewerkt om de verbondenheid uit te drukken die er dient te bestaan tussen God, Jezus Christus en zijn leerlingen. Jezus is de ware wijnstok, de leerlingen zijn de ranken en God is de zorgzame wijngaardenier. Los van de wijnstok hebben de wijnranken geen enkele waarde, ze verdorren en hebben geen toekomst. En als dit beeld in Jezus doortrekt, komen we al snel tot de conclusie: los van Christus verdorren we en hebben we geen toekomst. Christenen, die niet leven van hun verbondenheid met de verrezen Heer, zijn aan het verdorren. We hebben dan geen voeling met de bron van hun leven. Met andere woorden: als je in je leven niet verbonden met Jezus Christus, zullen we niets van zijn Blijde Boodschap begrijpen en beleven, laat staan uitdragen naar anderen.
Jezus zelf gebruikt de messiaanse symboliek ten volle in de gelijkenis van de wijngaard. Een landeigenaar legde die aan, verpachtte hem aan wijnbouwers, zond dienaren om de opbrengst te halen: de dienaren werden vermoord of mishandeld. Tenslotte zond hij zijn zoon, maar de wijnbouwers zeiden: ‘dat is de erfgenaam: laten we hem om het leven brengen en ons zijn erfenis toe-eigenen. Ze grepen hem vast, wierpen hem de wijngaard uit en doodden hem (Matteüs 21:33-41). En Jezus past de symboliek op zichzelf toe, wanneer Hij in zijn tweede afscheidsrede zegt: ‘Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de wijnbouwer, Elke rank aan Mij die geen vrucht draagt, snijdt Hij af en elke rank die wel vrucht draagt zuivert Hij, opdat zij meer vrucht dragen: Blijf in Mij, dan blijf Ik in u. Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, maar alleen als zij aan de wijnstok blijft, zo gij evenmin, als hij niet blijft in Mij. Ik ben de wijnstok, gij zijt de ranken. Wie in Mij blijft, terwijl ik blijf in hem, die draagt veel vrucht, want los van Mij kunt ge niets (Johannes 15:1-5). Jezus als de wijnstok.
Ik weet niet of u ooit een wijnstok, die maar liefst 200 kilo druiven kan opleveren, goed hebt bekeken. Bij een andere struik zijn de takken duidelijk van de stam te onderscheiden en precies af te snijden. Bij een wijnstok niet: daar lopen de vezels van de stam over in de ranken. Stam en ranken zijn niet te onderscheiden: je kunt niet zeggen waar de stam ophoudt en waar de ranken beginnen. Zo onafscheidelijk wil Jezus met ons verbonden zijn.
Het kernwoord van de parabel is ook het woord blijven. Het komt vandaag acht keer in het evangelie voor. Blijf in Mij! Als korte hamerslagen worden die woorden in onze geest gehamerd: blijf in Mij! Dat is de voorwaarde om vruchten te kunnen dragen, want los van de Verrezen Heer kunnen wij niets, dan zijn we als dor hout dat nergens meer voor deugt dan om te worden weggeworpen. Dat blijven in Jezus gaat bovendien niet zozeer van ons uit, het is veel meer: je laten dragen door Hem. In Jezus blijven betekent ook dat je je openstelt voor elkaar.
Het evangelie zegt ons je bent pas goed in elkaar verankerd, als je verankerd bent in de ware wijnstok, Jezus Christus. Zitten we zó los aan de stam, dat wij gemakkelijk zijn af te breken? Of zijn we zo met onze stam, onze wortels, Jezus Christus en zijn evangelie verbonden, dat we niet van God te scheiden zijn, ook niet om momenten waarop het evangelie ons wat minder gemakkelijk uitkomt. Verbonden blijven met onze evangelische wortels, dat is de opdracht waar we voor staan. Het ligt voor de hand, dat het beeld van de wijnstok de kerkvaders en kerkleraren voortdurend heeft beziggehouden. De geloofsgemeenschap zelf is bij hen de wijnstok, die zich vertakt over alle landen en zijn ranken strekken zich uit tot de zee.
Dit weekend en de volgende twee weekeinden horen wij gedeeltes uit de afscheidsrede van Jezus. Volgende week staan vriendschap en liefde centraal. Vandaag hoorden we waar de wortels liggen van elke vriendschap en elke liefde. Die vind je in de ware wijnstok, met wie wij verbonden mogen blijven: om honderdvoudig vruchten voort te brengen.
Ambro Bakker s.m.a.
Deken van Amsterdam
St. Augustinus en Noorddamcentrum