donderdag 25 mei 2017
Hemelvaart des Heren
Handelingen 1:1-11 – Efeziërs 1:17-13 en Matteüs 28:16-20
Als ik in de hemel kom, zal ik me over drie dingen verbazen: ten eerste dat ik daar zelf ben aangeland. Vervolgens dat ik er mensen tegen zal komen die ik er niet had verwacht. Tenslotte zal ik me verbazen over het feit dat ik er bepaalde mensen níet zal tegenkomen, van wie ik dat wél had verwacht.
Vanmorgen gaat het over die hemel. Zomaar op een doordeweekse dag vieren wij het feest van de Hemelvaart van Jezus, zijn terugkeer naar zijn hemelse Vader. Blijkbaar is de hemel nog belangrijk genoeg om daarvoor een vrije dag te hebben. Hoe komt het dan toch, dat we wel een vrije dag hebben, maar dat we ons zo weinig druk maken over de hemel. Zo in de trant van: wie dan leeft, wie dan zorgt. Ook zeggen ze dat het in de hemel véél beter is dan hier. Maar waarom heeft bijna geen mens er zin in om vandaag nog te hemelen? Zelden zijn mensen blij als de tijd van hemelen is aangebroken – of het moet zijn dat je beroofd van je beste levenskrachten wegteert of oud bent, zat van dagen.
Andere woorden zijn ons eigenlijk hemelser en liever: woorden als brood, geld, man, vrouw, vriend, vriendin, kinderen lachen, liefhebben. Deze woorden zijn ook concreter dan die verre hemel. Het zijn woorden die écht bij deze wereld horen, waarin je nú leeft. Het woord hemel gebruiken we bij de begrafenis. Echt iets voor ná je dood. Dat zingen we ook tijdens een uitvaart: In paradisum deducant te angeli – mogen de engelen u begeleiden naar het paradijs en dat u plaats mag nemen in Abraham’s schoot. Zonder deze troostrijke hemelse woorden zijn onze troostrijke woorden onaf. Zo is het woord hemel een woord dat meer bij de doden dan bij de levenden hoort.
Jezus gaat terug naar zijn vader in de hemel. Dat is de betekenis van Hemelvaartsdag. In Israël kun je op de Olijfberg een kleine kapel vinden, waar in de rotsvloer twee kleine holtes worden aangewezen. Het zouden de afdrukken zijn van Jezus’ voeten. Natuurlijk is het een vrome legende. Maar misschien niet eens zo gek. Want die voetstappen herinneren ons aan het feit dat wij mogen gaan in het voetspoor, in de voetstappen van Jezus die vandaag afscheid neemt van zijn leerlingen en daarmee van ons.
Een afscheid kan iets droevigs hebben. Maar de hemelvaart van Jezus is een positief verhaal. Jezus maakt zich los van zijn leerlingen: ‘Het is goed voor jullie, dat Ik heenga. Het is letterlijk een zegen voor jullie. Je zult er wel bij varen, want nu zijn jullie aan de beurt om de beweging, die Ik in gang heb gezet, voort te zetten. Aan jullie de eer en de taak om de leegte te vullen die Ik achterlaat’. Hij maakt de leerlingen, en daarmee ons, tot zaakwaarnemers. Toen Jezus er was, leefden de leerlingen in zijn schaduw. Nu zijn zij, nu zijn wij aan beurt. En de hele wereld is ons domein.
Het gaat er om zijn koninkrijk te vestigen. Breekt die dan aan? Ja, laat je maar aanblazen door de Geest en waai niet met alle winden mee, maar volg die Heilige Geest! Breng overal vrede, maak mensen tot mijn leerlingen. Sticht gemeenschappen, waarbinnen gerechtigheid en vrede onmiskenbare feiten zullen zijn. En ga maar op weg met die oude verhalen, die je van Mij hebt gehoord over Gods bedoeling met deze wereld: over bevrijding en een zinvolle invulling van je leven. En, zegt Jezus, herinner je ook de verhalen die wij samen hebben geschreven. Al die ontmoetingen met mensen bij onze conflicten, onze vragen en ons zoeken naar antwoorden. En wat je als eerste meeneemt is mijn zegen over jullie.
En zij gingen de wereld in tot de dag van vandaag. En wij op onze beurt treden in zijn voetstappen. En we weten: Hij komt terug, zijn Geest in ons midden, want de wegen naar God en naar elkaar zijn nimmer doodlopende wegen. Het vuur van Pinksteren, over tien dagen, zal daar borg voor staan. Gelukkig weten we op deze Hemelvaartsdag dat er ook in onze tijd er nog stééds mensen, die de Geest van God, als vonken in de duisternis, losslaan. Daarna is het weer pikkedonker, maar ze geven ons mensen weer nieuwe moed. Want in ogenblikken van grote benauwenissen weten we dat het Licht er is.
Dat hebben de vrienden van Jezus ook zélf aan den lijve ervaren. Na Goede Vrijdag leek hun leven zinloos en pikkedonker. Op hun levensscherm was het beeld van God volledig verduisterd. Maar dan breekt tóch de hoop door! Er worden weer beelden ontvangen! En langzamerhand ontdekken we dat het beeld van God weer zichtbaar wordt, als we onszelf bijdraaien, onszelf omdraaien, naar elkaar en naar God toe. Jezus is terug naar zijn Hemelse Vader, en wij krijgen vandaag van Hem de opdracht om zijn levenswerk voort te zetten. En zijn levenswerk, daar is Jezus duidelijk in geweest, zijn de werken van liefde, van vrede en barmhartigheid.
© Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
Locatie: H. Augustinus