zondag 31 januari 2021
4e zondag door het jaar – B
Deuteronomium 18:15-20 ,
1 Korintiërs 7:32-35 en
Marcus 1:21-28
Ambro Bakker s.m.a.
Vandaag en ook volgende week zondag horen wij dat Jezus alle aandacht heeft voor zieke mensen. Vandaag gaat het over iemand die ver over zijn toeren is geraakt, en volgende week zondag zullen we horen dat Jezus de schoonmoeder van de paus geneest. Nee, ik bedoel niet de schoonmoeder van Paus Franciscus, want die heeft geen schoonmoeder als ik tenminste goed geïnformeerd ben! Nee, het was in die tijd, waarin ook de eerste pausen nog getrouwd en eerzame huisvaders waren!
Het evangelie van vandaag speelt zich af in de synagoge van het kleine dorpje Kafarnaüm, dat aan de oevers ligt van het Meer van Tiberias. De plaats waar Jezus toen woonde. Hij hield daar zijn eerste preek. Stelt u eens voor dat wij er toen bij waren geweest. Natuurlijk het was een normale weekenddienst, maar dit keer was er iets bijzonders aan de hand. Er treedt een gastpredikant op. En de naam van die predikant is Jezus, de rabbi uit Nazareth. Niet dat ze iets uitzonderlijks verwachten, maar ja, laten we eerlijk zijn, naar ‘n vreemde predikant luister je nu eenmaal beter dan naar degene die je elke week op dezelfde preekstoel ziet staan. Zo zal het ook in Kafarnaüm zijn geweest. Maar deze keer liep het allemaal anders. De evangelist Marcus begint zijn evangelie over Jezus met zijn optreden als een leraar in de synagoge. En Marcus schrijft dan: ‘Zijn toehoorders waren buiten zichzelf van verbazing over zijn leer, want Jezus onderrichtte hen niet zoals de Schriftgeleerden, maar als iemand die gezag bezit! (Marcus 1:22)
Maar er gebeurt meer tijdens de dienst in de synagoge. Er is sprake van een verwarde man die flink is doorgedraaid. De Duitsers gebruiken dan ook het woord ‘Durchdrehen’. Een man in de synagoge is blijkbaar zwaar overspannen en van streek geraakt. Hij begint in paniek in de synagoge luid te schreeuwen: ‘Jezus van Nazareth wat heb jij eigenlijk met ons te maken? Ben je alleen bij ons gekomen om ons in het verderf te storten? Ik weet het wel, u bent de Heilige Gods’. En Jezus reageert dan en zegt ‘onreine geest, zwijg stil’. En de onreine geest schudde de man heen en weer en gaf vervolgens een luide schreeuw en verliet het lichaam van de man. En de omstanders stonden verbaasd en riepen uit: Wat betekent het toch? We horen van Jezus een nieuwe leer met gezag. Hij geeft bevel aan de onreine geesten en ze gehoorzaamden Hem. En snel verspreidde zijn faam zich naar alle kanten’. (Marcus 1:26-28)
Hoe zit het in onze tijd met de boze geesten, kennen we ze nog? Tegenwoordig geloven niet zoveel mensen meer in de duivelse krachten, die ziekten en krankzinnigheid veroorzaken. Bezetenheid in die zin bestaat niet meer. Bijna alles wordt medisch verklaard. En datgene waar we geen verklaring voor te vinden is, zal wel een psychische of traumatische oorzaak hebben. Slechtheid komt voor uit het verleden, zeggen we dan, of valt door omstandigheden onder ontoerekeningsvatbaarheid. Maar daarmee is het leed niet geleden. Maar zo is het kwaad nog niet uit de wereld uit geholpen. Hoe vaak ligt de oorzaak van het kwaad, van boosheid of slechts daden niet in een gebrek aan liefde? Hoe vaak worden wij niet beschadigd, lichamelijk en emotioneel, door een gebrek aan liefde en geborgenheid, vaak in je naaste omgeving? En wat doen we elkaar vaak aan door een gebrek aan liefde en zorgzaamheid, die veel leed veroorzaken. Wat dat betreft zijn er ook in onze tijd boze geesten genoeg!
Tegen boze machten zijn mensen opgestaan en blijven nog opstaan. Zij laten als profeten nog steeds hun stem horen. Mensen als Mozes, Elia, Jesaja, Johannes de Doper, Jezus van Nazareth. Zij zijn degenen die in Gods Naam spreken met gezag! Over Jezus wordt ons dat vandaag verteld. Er zijn mensen die ervan buiten zichzelf raken. Zij staan verdwaasd of geestdriftig, wie is het toch die daar spreekt? Wat zegt Hij daar? Kan het zo ook? Goh, als je het zo bekijkt… daar willen we aan mee gaan doen! Het enthousiasme groeit, der vonken slaan over, de sneeuwbal wordt groter naarmate ze tolt. Maar er zijn ook tegenkrachten, boze geesten die angstig schreeuwen. Ze schreeuwen het uit: wat heb jij met mij te maken? Je wilt mij in het verderf storten. Maar mij zul je niet uit mijn burcht verdrijven? Ik heb immers mijn eigen waarden en normen, die mij zelfvertrouwen en aanzien geven, die mij supermachtig kunnen maken. Ja, het is een hele opgave en een hele uitdaging om die tegenkrachten te ontzenuwen.
‘Dit is een nieuwe leer’ riepen de mensen, zó had nog nooit iemand tot hen gesproken! Ik weet niet wat Jezus in die sabbatdienst tot de mensen gezegd heeft. Ik weet wel dat het niet alleen zijn woorden waren, maar dat Hij sprak door heel zijn persoonlijkheid. Zij merkten dat Jezus iemand was die de walmende pit niet dooft en het geknakte riet niet breekt, en dat hij de onvruchtbare vijgenboom niet omhakt, maar de grond nog eens extra zou omspitten. Misschien dat hij dan het volgende jaar vrucht dragen zal. Zij voelden aan dat Jezus eerbied had voor mensen, dat Hij mensen niet wilde neerdrukken door wetten en voorschriften, maar dat Hij mensen kon bevrijden. En wat Jezus zei, onderstreepte Hij door zijn gezag.
Nu is er verschil tussen macht en gezag. Macht kun je hebben, gezag krijg je alleen als je iets te zeggen hebt, als je de daad bij je woord voegt. Jezus had zijn hart op zijn tong. Dat vinden wij een negatieve uitdrukking, want ‘het hart op de tong hebben’ betekent dat je meer zegt dan je eigenlijk kunt verantwoorden. Dat blijkt vaak ook door de manier waarop wij over ánderen praten. We praten met verschillende tongen, als mensen er wel bij zijn of niet! Niet voor niets hebben sommige mensen in de hal ‘n bordje hangen met de tekst: ‘Praat niet over uzelf, dat doen wij wel als u vertrokken bent!’ Ons hart kan op drift zijn. Het kan zakken en dan gedragen we ons laaghartig. Het kan ook omhooggaan en dan gedragen we ons hooghartig. Maar je kunt ook je hart op de juiste plaats hebben.
Met Pasen, kunnen wij dan ons hart ophalen aan de verrezen Christus! Jezus heeft zijn hart op de juiste plaats. Daarom spreekt Jezus met gezag, want Hij heeft zijn hart op zijn tong. Beter gezegd: Zijn hart ligt in zijn handen, want Hij voegt de daad bij zijn woord. Zo maakte Jezus de verwarde man weer gezond en laat daarmee zien dat God alle macht heeft over alle kwade machten in het leven. In de genezing van deze zieke wordt duidelijk dat Jezus niet voor niets Heiland (een oud woord voor heelmeester) wordt genoemd. Zij komen in de synagoge tot het besef dat de Rabbi uit Nazareth iemand is die met de Geest van God is uitgerust.
Jezus laat de mensen ervaren dat godsdienst geen last is, maar geborgenheid. Er is, hoe diep we ook vallen in het leven, altijd Iemand die de haren van onze hoofd heeft geteld, die op de kromme lijnen van ons leven recht kan schrijven. Die nieuwe leer verkondigde Jezus door de man te genezen. De mensen waren luisterde naar Hem met open monden. Ze zijn sprakeloos en vol verwondering: het gaat om een nieuwe leer! Een leer die het woord weer bij de daad voegt. Zo blijft Jezus boeien, omdat Hij oproept wat in het hart van ieder mens onbewust leeft aan goedheid, liefde en sociale inzet. Hij kan, na tweeduizend jaar, ook vandaag ons blijven boeien, omdat Hij waarden in ons oproept die altijd actueel blijven. Waarden die alles te maken hebben met onze worsteling om vrede en liefde, om gerechtigheid, om onze strijd voor een leefbare wereld, en om een leefbaar milieu.
Tenslotte: vandaag hoorden wij het eerste wonderverhaal dat Marcus ons in zijn evangelie vertelt, en dat ging over de uitdrijving van een onreine geest. Veel mensen van nu zien zo’n verhaal als restant van een duister stukje bijgeloof, aan de rand van het echte evangelie. Maar wanneer je het evangelie van Marcus in één ruk leest, zie je dat uitdrijving van boze geesten geen randverschijnsel is in zijn evangelie, maar daarin veel plaats innemen. Even veel als alle andere wonderen samen. Bezetenheid is in het evangelie van Marcus een hartverscheurende vorm van veel menselijk lijden en menselijk verdriet.
Ambro Bakker s.m.a.
Deken van Amsterdam
H. Augustinus