zondag 25 maart 2018
Palm- of Passiezondag – B
Marcus 11:1-10
Ze wilden Hem tot Koning uitroepen. Dat is méér gebeurd in Jezus’ leven. Op de berghelling zijn het er 5000. Ze hebben gezien dat iedereen voldoende te eten heeft, als ze het maar aandurven hun brood te breken en te delen. Ze willen Hem daarna tot Koning uitroepen. Maar Jezus duikt onder. Hij wil geen Koning zijn van een Volk dat leeft bij de leus: ‘ieder voor zich en God voor ons allen’. Jezus ziet de kortstondigheid van hun enthousiasme. Nu, in Jeruzalem, willen ze Hem wéér tot Koning uitroepen. Jezus speelt het spel mee, want ooit zal de dag komen dat de mensen zullen begrijpen over welk koninkrijk Jezus Koning wil zijn. Hij trekt Jeruzalem binnen. Niet hoog te paard, zoals het en Koning betaamt, maar Hij heeft plaatsgenomen op de rug van een lastdier, een eenvoudige ezel.
Zou het vandaag gebeuren, Hij zou zich niet laten vervoeren in een glanzend zwarte Mercedes noch in een witte gepantserde pausmobiel met elektrisch uitschuifbare treeplank. Hij zou komen op een roestige landbouwtrekker, of op de laadbak van zo’n vrachtwagen waarmee Zuid-Amerikaanse landarbeiders naar hun werk gebracht worden. Zoiets – zoals de profeten voorspeld hebben: ‘zie, uw Koning komt, gezeten op een ezel, op een veulen, het jong van een lastdier. Zijn koningschap is niet van deze wereld, maar is gebaseerd op de zachte krachten van het leven’. Dat zal spoedig blijken!
Palmpasen 2018. Overal ter wereld staan mensen stil bij het feit dat een van ons, Jezus Christus, – vredesengel – werd ingehaald als vredesvorst. Hoewel Hij welkom was, werd Hij bespied, verraden en opgepakt. Hoe Hij afscheid van het leven nam, zijn testament schreef in brood en beker. Mensen lopen het huis uit, de straat op, Hem tegemoet. Eindelijk iemand met het hart op de tong, eindelijk Iemand die geen blad voor de mond neemt. Eindelijk Iemand om je aan vast te houden, de stad leeft er van op. Maar als een slang verscholen roeren de machten zich. Ze wachten af, staan op de loer, zetten strikken. Eindelijk is Hij binnen handbereik, de onrustzaaier, de volksmenner, de arrogante ketter. Toegejuicht, verwelkomd, verdacht gemaakt en opgepakt, op een en dezelfde dag! Het kan blijkbaar allemaal op één dag!
En nog is het wrede mensenverhaal niet ten einde. Nog steeds worden profeten van naam en onbekend de mond gesnoerd, verdonkeremaand, uit de weg geruimd,. Ik denk hierbij in deze dagen ook aan Oscar Romero, de aartsbisschop van San Salvador, die op 24 maart 1980 tijdens de mis vanachter het altaar werd weggeschoten. Romero, was een sociaal bewogen man die zich vooral inzet voor de armen. Een doodseskader bracht hem bruut om het leven. In 2015 werd hij zaligverklaard. In het komend jaar zal hij door paus Franciscus heilig verklaard worden. Oscar Romero, een naam om nooit te vergeten. Verschillende straten en scholen zijn, ook hier in Nederland naar hem vernoemd, onder in Purmerend. In 2011 bezocht de Amerikaanse president Obama zijn graf in de basiliek van El Salvador. Obama hield een minuut stilte en zei aansluitend dat ‘de bisschop van de armen’, die zich tegen de rechtse dictatuur verzette, tot op vandaag een bron van inspiratie blijft.
En zijn dood staat niet op zichzelf. Achter de coulissen staan nog steeds de wereldmachten die toezien, ingrijpen zoals dat indertijd gebeurd is rond Jezus van Nazareth, die met palmen en Hosanna-geroep werd welkom geheten, met list en geld in handen gekregen, diplomatiek ter dood veroordeeld. Gekruisigd op een heuvel buiten de stad. Jezus’ koningschap loopt uit op zijn veroordeling. Het zat er van tevoren allemaal dik in. Hij moest verdwijnen, weg van het toneel. Ooit gehoord van een advocaat in het proces contra Jezus van Nazareth? Nou dan! Hij moest eraan. Pilatus, Kajafas, en al die anderen: speelballen, niet meer. Hij werd gekruisigd, zoals er elke dag mensen gekruisigd worden.
Elke dag gaan er mensen voor de bijl. Elke dag gaan er mensen, geestelijk en lichamelijk, kapot aan wat anderen hen aandoen. Door kleinzieligheid en vitterij, door smerige roddel, ongrijpbare gemeenheid, door buigen naar boven en trappen naar beneden. Elke dag worden mensen gekruisigd, net als die Jezus van Nazareth. Ze moesten Hem niet: weg met die druktemaker, weg met die man die zo consequent en hard is als het op beginselen aankomt, die het smerige spel in de wereld niet mee wil spelen, onomkoopbaar blijkt, steekpenningen weigert. Die man waar niet mee te sjoemelen valt. Hier wordt een Koning veroordeeld om de onrust die Hij bracht. Hij bracht de bestaande orde in gevaar. Hij ging te ver! Ze wreken zich in een schijnproces, emotioneel, hysterisch. Zoals overal ter wereld nog mensen in een schijnproces worden veroordeeld. Steeds weer buigen moeders zich over hun dode zonen en schreeuwen dwaze moeders het uit om het kind dat zij hebben voortgebracht. Hoelang nog moeten mensen blijven huilen voordat uiteindelijk de hemel opengaat?
Hosannageroep op Palmzondag, ‘aan het kruis met Hem’ enkele dagen later. Liefde en haat. Twee uitersten die toch elkaars buren zijn. En hij die ertussen woont, raakt vermorzeld, fijngemalen. Jezus van Nazareth, verkocht voor dertig zilverlingen. Een van die miljoenen ontheemde waar ze maar mee doen, meer underdog dan superstar. Wie heeft de waarheid in pacht? Wie van ons is vrij van leugen? Iedereen is schuldig, gaat gebukt onder hetzelfde kruis, ‘t vervloekte hout. Elk mens is beul en slachtoffer tegelijk. Waarheid en leugen. Wat moet je doen? Waar moet je heen?
Het lijdensverhaal is geen geschiedenis, geen verhaal van toen en toen. Het gaat in de Lijdensweek niet om een profeet wiens naam is versleten in onze monden, uitgesproken in een vloek en een zucht. Het lijdensverhaal gaat ook over mensen van nu. De verhalen van Palmzondag en Goede Vrijdag gaan ook over ons. Wij mensen, onderweg, steeds nog woeste zee en dorre onherbergzame woestijn – overal nog grenzen en machten, ijzeren wetten – het recht van de sterksten.
Wie zal ons leiden, wie wijst ons de weg? Wie gooit onze afgoden in puin, jaagt ons op uit ons westers aards paradijs? Wie gaat ons voor – door bloed en tranen heen, misleid, verraden, veroordeeld, gekruisigd, heen en weer geslingerd, speelbal van mensen? Wie gaat ons voor als een licht als een vuur, God voor ons uit? Dwars door de tranen van Goede Vrijdag zal duidelijk worden – in de paasnacht – van welk koninkrijk Jezus koning wilde zijn. Geen koninkrijk dat zijn wortels vindt in de maatstaven van deze wereld. Maar een Koninkrijk dat de basis vormt van alle gerechtigheid.
Het lijdensverhaal van Jezus is het lijdensverhaal van alle tijden. Het betekent dat wij worden uitgenodigd om haast te maken met de komst van Gods Koninkrijk in plaats van onze eigen haan koning te laten kraaien. Het betekent: serieus werken aan een wereld waar nog steeds massaal mensen worden verraden en overgeleverd, waar nog steeds lichamen worden gebroken en duizenden liters onschuldig bloed wordt vergoten. Palmzondag, geen herinnering aan toen, maar een concrete opdracht voor ons mensen nu!
© Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland