8e zondag door het jaar
Jesaia 49:14-15 en Matteüs 6:24-34
Vijftig jaar geleden wisten de mensen heel goed wat zorgen waren.
Je had zorgen als je voor het gezin onvoldoend eten of drinken had. Of geen winterkleding. Of nieuwe schoenen. Niet iedereen kon rond komen. Deze tijden komen terug en zijn er voor velen al.
Je kunt ook zorgen hebben over je kinderen. Zijn ze wel gelukkig? Komen ze op hun plaats?
Geldzorgen zijn van alle tijden. Vooral mensen die veel geld hebben, hebben geldzorgen. Ze zijn verslaafd aan geld een willen steeds meer.
Zorgen waren problemen waar mensen mee worstelden. Maar ze hadden altijd wel de hoop en de verwachting er boven uit te groeien. Ook mensen die zeiden:
“de zorgen groeien boven mijn hoofd”, waren toch meestal niet wanhopig.
Geen mens is zonder zorgen. Iedere dag heeft genoeg aan zijn eigen leed.
In korte tijd is er een samenvattend begrip van zorgen gegroeid dat kortweg ‘de zorg’ heet. De ‘zorg’ is een verzamelbegrip geworden voor een heel eigen wereld:
de wereld van de kwetsbare mensen die bescherming nodig heeft.
De ouderenzorg, de jeugdzorg, de ziekenzorg, de verpleeghuiszorg, de lichamelijk e gehandicaptenzorg, de geestelijke gehandicaptenzorg.
Als je op Internet kijkt, dan lees je de mooiste dingen zoals:
“De overheid s van mening dat de zorg effectief, veilig en op tijd moet zijn. Dat is haar uitgangspunt. Ook vindt zij het belangrijk dat patiënten en cliënten de kwaliteit van zorgaanbieders kunnen vergelijken. Zo kunnen zij de zorg kiezen die bij hen past”. Maar …. de zorg moet wel betaalbaar zijn en de zorgaanbieders worden gemaand zo goedkoop mogelijk te werken. En nog een ‘maar’. …. Als je nergens heen kunt, valt er dan te kiezen? Je mag blij zijn als je ergens opgenomen kunt worden?
Het Centraal planbureau laat weten:” Het Centraal Planbureau gaat over de betaalbaarheid en toegankelijkheid van de zorg. De stijgende zorguitgaven, medische ontwikkelingen en toenemende individualisering plaatsen ons voor moeilijke keuzes.”
Veel van die keuzes liggen op financieel terrein. Welke medicijnen geven we? Wie opereren we? Welke behandeling bieden we?
De personeelsorganisatie in de zorg zijn zelfstandige organisaties die personeel in de zorg aanbieden. “ De zorgprofessionals met wie zij werken zijn gedreven en ervaren zelfstandige zorgondernemers, ZZP’ers in de zorg. Zij delen een gezamenlijke passie: zorg verlenen met hoofd en hart! “ Dat is mooi gezegd, maar een zzp-er gaat niet voor niets werken. Hij wil meer verdienen dan de buurman. Dus: de zorg wordt minder of duurder.
Het evangelie begint met de uitdrukking: “ Niemand kan twee heren dienen.”
Concreter: Je kunt niet God dienen en de Mammon. De Mammon is het grote geld dat mensen tot slaaf maakt. Wie geld heeft, wil meer geld en wie meer geld krijgt gaat er weer meer van maken. Het gevaar van geld is dat het alle anderen levensterreinen gaat besmetten. Op alle levensterreinen willen mensen gaan verdienen, het liefst méér dan de anderen. Alle waarden – ook levenswaarden – worden in geld uitgedrukt. “We zorgen goed voor u, maar er is een grens aan. Het kan zijn dat wij er niet meer aan verdienen. Dan moet de zorg voor u maar wat minder”.
“De zorg” is geëconomiseerd. We kijken niet wat nodig is, we kijken wat betaalbaar is. We kijken naar wat we voor kwetsbare mensen over hebben. Ons uitgangspunt is niet: wat mag deze mens terecht van ons vragen? Maar: wat kost deze mens ons.
We zien niet de mens, maar de prijs van de zorg.
Hebben de zusters en de broeders dat ook gedaan toen ze in de vorige eeuw het OLVG, het Diaconessenhuis, het Centraal Israëlisch Ziekenhuis oprichtten? Neen, deze mensen – joods, protestants, katholiek – brachten de overtuiging mee dat God als moeder haar kinderen nooit zal vergeten. God vergeet geen mensenkind.
“Dat God geen mens vergeet” is de drijfveer, de bewogenheid, het verlangen geweest om voor zieken te zorgen, verpleeghuizen te bouwen, verzorgingshuizen te stichten. “Dat God geen mens vergeet” hebben zij concreet willen maken door hun toewijding, hun zorgzaamheid, hun belangeloze liefde. De kwetsbare mens vraagt terecht om hulp: hij is Gods kind! , hij is een mens als wijzelf.
Met toewijding in de zorg probeerden mensen de hemel te verdienen. Maar werken in de zorg was nooit bedoeld om de Mamnon te dienen. Wel een passend en eerlijk loon. De religieuze bewogenheid van toen is nu verdwenen uit de wereld van ‘de zorg’, maar is van onschatbare waarde geweest. Alleen maar geweest … of zou het weer een bron van inspiratie kunnen worden?
Jezus raadt ons aan onze zorgen voor eten, drinken, kleding te relativeren.
Natuurlijk moeten we die niet ontkennen. Tussen zorgzaamheid en overbezorgdheid zit wel een flink verschil.
Overbezorgdheid kan leiden tot angst om te kort te komen. Daarom nu al het beste deel kiezen. Daarom nu al te pakken wat ik pakken kan voor een ander het heeft.
Zorgzaamheid help ons juist naar een ander te zien.
Ook Jezus begrijpt ook wel dat eten en drinken en kleding noodzakelijke zijn voor mensen. Door overbezorgdheid om te ‘hebben ‘ vergeten we zorgzaam te ‘zijn’.
Daarom zegt Hij: Zoek eerst het Koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zal al dat noodzakelijke als eten en drinken en kleding u er bij gegeven worden.
Dat Koninkrijk van God is niet iets buitenaards dat eens plotsklaps uit hemel valt. Het is ook niet het hiernamaals waarin wij na onze dood terecht komen. Je moet dat Koninkrijk hier en nu zoeken. Je vindt het waar mensen tot hun recht komen als mens. Daar moet je eerste zorg naar uitgaan. Het koninkrijk gaat niet over het recht hebben op, maar over tot je recht komen.
Het economiseren van ‘de zorg’ leidt tot verschraling van ‘de zorg’.
Daarin wordt de mens gereduceerd tot zorgzwaartepakket 1 t/m 7 en kostenplaatje.
Zou de samenleving niet stukken rijker worden wanneer wij de mens die zorg nodig heeft als medemens benaderen? Een mens voor wie ik een naaste kan zijn? Troost, aandacht, nabijheid. Maar ook: kwaliteitszorg voor de mens als Kind Gods.
Niet minder bieden, maar meer toewijden. Niet verdienen, maar belangeloosheid.
Zouden wij in de opbouw van onze samenleving Gods gerechtigheid niet als ideaal kunnen nemen? God geeft ons dan het noodzakelijke –eten, drinken, kleding – erbij.
Het is een waagstuk om meer op God te vertrouwen dan op economische groei.
Het is een waagstuk om mensen belangeloos lief te hebben.
Het is een waagstuk om mens voor een ander te zijn en daarin Gods Naam te late klinken: Ik ben ervoor jou. En toch ….tot dit waagstuk zijn wij geroepen.
Tom Buitendijk O. Carm.