zondag 8 januari 2023
Openbaring des Heren – Driekoningen
Jesaja 60:1-6, Efeziërs 3:2-3a+5-6 en
Matteüs 2:1-12
Parochianen, wij willen vandaag dieper doordringen in de goddelijke geheimen van het feest van Gods openbaring. De liturgie ziet in het kind van de kribbe niet alleen een schouwspel dat vertedert, maar allereerst de Openbaring van God die onder ons is verschenen. ‘Het Licht dat over Jeruzalem is opgegaan’ en telkens opnieuw opgaat over een duistere wereld, en dat steeds weer werkelijkheid wordt in de viering van de heilige eucharistie. Het kindje in de duistere stal is het Licht van de wereld, het goddelijk Licht dat ons verlost en herstelt, Christus is onder ons verschenen.
De Epifanie, de openbaring van de Heer, is bij uitstek het feest van ons geloof, het feest van het Licht van Christus, dat op mag gaan in ons eigen hart. Driekoningen: wellicht bent u in deze dagen rond Kerstmis met uw kinderen en kleinkinderen naar de kerststal in de kerk wezen kijken. Misschien heeft u thuis ook een stalletje staan. Over de figuren daarin kun je aan de kinderen met hun vraagogen vertellen. Voor u zijn het de kleine wijzen uit het oosten, die met hun vragen komen, want ze zien een ster en lichtjes en figuurtjes en stellen op hun beurt hun vraag: ‘Wat is dat?’ En u vertelt ze dan over Maria en Jozef, over herders en de engelen, over die gekke kameel en de drie koningen en dat het allemaal te doen is om dat kleine Kindje. Wat kinderen thuis leren, dat dringt diep in hun hart, en dat is belangrijker dan alle geleerdheid die ze er later bij krijgen. Misschien hebt u met ze gezongen, een van die eenvoudige kerstliedjes. En wie weet, hebt u met ze gebeden, op een heel eenvoudige manier. Herders en Wijzen, Zij knielen neer voor het Licht dat mensen altijd door blijft trekken, dichtbij en veraf: Christus, aantrekkelijk Licht!
Vandaag vieren wij het feest van Driekoningen. Een prachtig en romantisch feest hebben we ervan gemaakt. Drie koningen, mooi uitgedost, met kronen en kamelen, met talrijke slaven en kostbare cadeautjes van goud, wierook en mirre. Dat spreekt tot onze verbeelding. In Beieren en Oostenrijk trekken kinderen langs de deuren en zingen hun Driekoningenlied, zoals kinderen uit onze streken dat doen bij het feest van Sint-Maarten. Sommige ouders bakken een Driekoningenboon in de pudding. Wie de boon in zijn cake of pudding vindt, heeft het de rest van de dag voor het zeggen. Op andere plaatsen zingen kinderen: ‘Driekoningen, Driekoningen, geef mij een nieuwe hoed, mijn oude is versleten, mijn moeder mag het niet weten. Mijn vader heeft het geld al op de toonbank neergelegd’.
Eigenlijk een vreemd verhaal: oosterse sterrenkundigen die in de stand van de sterren lezen dat er iets bijzonders aan de hand moet zijn. Bij de woestijnbewoners geldt het spreekwoord: ‘als er aan de hemel één ster ontbreekt, dan kan een hele karavaan zijn richting verliezen’. In de woestijn staan geen richtingaanwijzers. Woestijnreizigers kunnen zich alleen oriënteren aan de hand van de sterren. Want het eentonige landschap geeft hen geen richting. Alleen op de stand van de sterren kan hij zich verlaten. Eén ster missen betekent dat de karavaan zijn richting verliest en de reddende oase kan missen. Niet alleen de drie wijzen werden geleid door een ster. Wij mogen ook Jezus zien als onze Levensster: Hij die in de woestijn van ons leven de richting aan kan geven. Er zijn in ons leven sterren waar je je op kunt verlaten, maar ook zijn er vallende sterren en dwaalsterren. De dwaalsterren verwijzen ons naar de luxe van deze tijd. Zij zeggen dat het volle leven bestaat uit eten en drinken, uitgaan, genieten en reizen. Als je je leven laat leiden door een dwaalster, dan mis je de juiste richting in je leven. Een maatschappij die tegenwoordig het Evangelie van Jezus Christus niet meer als leidraad, als richtsnoer neemt. Dat kan een hele generatie de richting doen verliezen.
Officieel heet het feest van Driekoningen ‘Openbaring des Heren’. Daarmee krijgt het feest toch een heel ander accent. Want wat betekent dat woord ‘openbaring’, het woord ‘Epifanie?’ Voor de Romeinen van 2000 jaar geleden was dat woord gesneden koek. Een klein kind wist wat er mee bedoeld werd. Dat woord ‘openbaring’ werd gebruikt als de Romeinse Keizer zich liet zien aan het volk. Daar stond hij dan: de met luister gekroonde keizer! Hij werd vereerd als de zoon van God. Dat de eerste christenen dit woord ‘openbaring’ gebruikte voor het Kerstkind getuigt van hun groot en sterk geloof. Nu wordt het sprookjesachtig avontuur wat inzichtelijker. Mensen met een eenvoudig geloof en een gebrekkige wetenschap laten álles achter zich. Op hun kamelen, ploeterend door een eindeloze woestijn beeld van alle verschrikkingen en donkere dagen die een mens in zijn leven moet meemaken. Over de bergen van Juda, beeld van alle moeilijkheden in je leven waar je als een berg tegen opziet. Pas aan de andere kant van de heuvels bevindt zich het groene gras en staat er een kribbe.
Ook Herodes speelt zijn tegenverhaal. Natuurlijk tegen hem begin je niets. Geweld is er altijd geweest en zal er altijd wel blijven. Kindermoord is verschrikkelijk. Wat kun je daar als eenling aan doen? Toch gaat ‘t Driekoningenverhaal daar dwars tegen in. Het Evangelie zegt ons dat in Jezus’ Naam geweld nooit het laatste woord zal hebben. Net zomin als farao het heeft gewonnen van Mozes, net zomin als de sterke reus Goliath de kleine David klein heeft gekregen, zo zal Herodes het onderspit moeten delven tegen een klein en pasgeboren kind. Nooit zal het laatste woord zijn aan de zevenkoppige draak van tirannie, verdrukking, huisarrest, apartheid, marteling, isolatie en executie. Het is gemakkelijk om je niet druk te maken over Herodes als het lot jóu niet treft. Als jíj het goed getroffen hebt binnen het bestek van deze wereld. Maar in de Blijde Boodschap van Jezus gaat het telkens weer om het recht van kleine en weerloze mensen. Het is zaak om hun stem te blijven verstaan. Geen gemakkelijke weg, want deze weg loopt langs ravijnen en klippen en door onherbergzame woestijnen. Bergen van misverstand moeten dan worden geslecht. Soms denk ik weleens: wat hebben de kerken het eigenlijk goed in hun tempels van goud en wierook, door geen Herodes kapot te krijgen. En je blijft je veilig voelen, ook al zit Herodes dan voor eeuwig op zijn troon. Alles wat drakentanden heeft komt slechts halverwege.
Het Evangelie geeft ons daar een sterrenvoorbeeld van. Mensen van niks worden kinderen van God. Johannes zal later in het boek van de ‘Openbaring’ zeggen: Kijk naar de Maagd en de draak. Zie wat een maagd met haar kind kan betekenen? Zij bieden weerstand aan de zevenkoppige draak van onrecht en onderdrukking. Zij laten zich niet vangen in de ijzeren klauwen van al die Herodessen ver weg en dichtbij die er nog steeds op uit zijn om onschuldige lichamen te breken en onschuldig bloed te vergieten. Het ontbreken van een ster kan de hele karavaan de richting doen verliezen. Laten wij ons het komend jaar blijven oriënteren op de Ster van Bethlehem. Mogen wij zo een ster voor anderen worden: geen vallende ster, geen dwaalster. Maar een ster die zich oriënteert op de grote Ster van Bethlehem.
Ambro Bakker s.m.a.
H. Augustinus en Titus Brandsma