Maria Lichtmis
Maleachi 3:1-4 en Lucas 2:22-40
Precies 40 dagen na Kerstmis is het 2 februari, Maria Lichtmis. Zo noemde wij het feest vroeger. Tegenwoordig spreken we liever over de opdracht van Jezus in de tempel. Je zou verwachten dat heel Jeruzalem uit zou lopen op de dag dat Jezus de tempel werd binnengedragen. Maar het kerstkind is niet gekomen om alle eer voor zichzelf op te eisen. Tot vier maal toe staat er in het Evangelie dat het Kind zich zal onderwerpen aan de ‘Wet van God’. Jezus staat daarmee in de traditie van zijn volk. Een Bar-Mitswa, ‘n Zoon van de Wet, zal er uit dit kind groeien. En als niemand anders is Jezus trouw gebleven aan de wil van zijn Vader in de hemel.Wat gebeurt daar eigenlijk, op die 40e dag na de geboorte? Het heeft te maken met het oude paasverhaal van Israël. De zonen van Egypte stierven, de eerstgeborenen van Israël werden gespaard. Maar Israël zei: dat is niet vanzelfsprekend, we zijn geen haar beter dan die mensen in Egypte. Het is puur genade van God. Daarom spraken zij af hun eerstgeborene aan God op te dragen. Dat zijn de coulissen van het verhaal. Het verhaal zelf is een verhaal vol ontmoetingen. De priester neemt in de tempel met ‘n droog en onbewogen gezicht de twee tortelduiven, aan. Hij ziet de mensen nauwelijks staan. Je kind aangeven op ‘t gemeentehuis, zoiets is het. Zélf ben je blij en trots, maar de man achter het loket doet alsof ‘t de gewoonste zaak van de wereld is!Nadat de korte plechtigheid achter de rug is, komen er twee mensen op Jozef en Maria af: een man en een vrouw. Voordat ze van hun verbazing bekomen zijn, heeft de man het kind al in zijn armen. Hij zingt een soort psalm en spreekt moeilijk te begrijpen woorden. De vrouw begint te orakelen tegen mensen in de buurt. Wie er langs zou lopen, zou niet veel anders zien dan en klein onopvallend groepje mensen. Zoals er zoveel van die groepjes staan op het tempelplein. Wie ooit bij de klaagmuur is geweest, weet wat een geroezemoes het daar is. Overal plukjes biddende en pratende mensen.Wie is die oude Simeon, die het kind in zijn armen houdt? De tijd waarin Jezus geboren werd, was een roerige tijd: Romeinse bezetting, de Arabier Herodes op de troon van David, hunkering naar bevrijding, opstanden, terroristenacties, felle tegenstellingen, overal beweegt het en ritselt het. Temidden van al dat roeren en bewegen leeft een groep mensen ongeorganiseerd verspreid. Zij noemen zich ‘de stillen van het land’. Ze voeren geen acties, mengen zich niet in discussies, vragen geen aandacht voor hun standpunt. Ze verwachten en wachten op de verlossing van Israël. Ze leven bij psalmen en profetenwoorden en hebben geen ander wapen dan vasten en gebed.Onder hen bevindt zich oude Simeon. Hij is oud en moe zegt de traditie. ‘Laat nu, Heer, uw dienaar in vrede gaan’. Je zou kunnen lezen: ‘laat uw dienaar in vrede gaan, want het is gebeurd, ik heb het mogen beleven. Oude Simeon leg nu je hoofd maar neer, want de Messias is eindelijk gekomen’. Maar dat staat er niet! Er staat letterlijk: ‘Gij hebt, o Heer, uw dienaar losgemaakt”. Geheimzinnige woorden. Wat is dat losmaken? We komen het tegen in Lucas 13: een kreupele vrouw wordt losgemaakt en kan weer lopen. We komen het tegen in Lucas 14: iemand met oedeem wordt losgemaakt en kan weer lopen.
De kerk van het westen heeft van dit lied van Simeon een avondgebed gemaakt, maar Calvijn besloot er het Avondmaal mee: laat mij nu aan de gang gaan! Zo verlaat Simeon de wachterspost en gaat hij opnieuw het leven in. Lucas vertelt het verhaal van de man die het zag, die het zag tot in het diepst van zijn hart. Geen stralend kind zag hij, maar een kind dat bestemd is tot val en opstanding van velen.
Wij noemen het feest van vandaag ook Maria Lichtmis. Feest van het licht is het. Dat licht dat ons hele leven begeleidt. Bij de doop werd er al een kaars aangestoken aan de Paaskaars en ons in handen gegeven, opdat wij in deze wereld licht van zijn licht zouden zijn en vuur van zijn vuur. Ons hele leven is door kaarsen omgeven: de kaarsen van de groene adventskrans, de kaarsjes van de kerstboom, de gekruiste Blasiuskaarsen, de grote Paaskaars, de huwelijkskaars, de kaarsen hier op het altaar, de kaarsen bij Maria. Deze kaarsen zijn geen versiering, geen teken van louter gezelligheid. Deze kaarsen herinneren ons er aan dat God ons reddend nabij is. Dat Hij licht wil zijn waar ons leven dichttrekt met donkere wolken.
Als er maar enkelen licht willen zijn, ziet de wereld er grimmig en schimmig uit. Maar als velen hun licht brandende houden, wordt de wereld warm en gezellig en verdwijnt de duisternis. Klaag dus niet dat de tijden duister zijn, maar steek zelf uw licht op! Dan wordt het werkelijk Maria Lichtmis!
© Pater Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken H.Augustinus
Amsterdam/Amstelveen
Cfr.W.R.van der Zee, Vandaag gebeurt het. Boekencentrum 1985, pag.48-52