Beste parochianen,
Het blijft onwerkelijk dat de meeste contacten met u tegenwoordig per telefoon en andere media plaatsvinden. Die gesprekken zijn meestal uitgebreid, zeker als het gaat om parochianen die alleen dag en nacht in hun huis verblijven. Met verschillende parochianen heb ik gesprekken gehad over de vraag of wij de coronavirus moeten zien als een straf van God voor onze levenswijze. Als God goed is en almachtig, waarom heeft Hij dan zoiets als een coronavirus geschapen? Waarom houdt hij dat niet tegen? Waarom zijn er zoveel mensen, wereldwijd, die het leven moesten laten? Ik ben te rade gegaan bij Jezus van Nazareth. Dan gaat het om Iemand die zijn leven moest geven vanwege de fantastische boodschap die Hij had. Waarom heeft zijn hemelse Vader God dat lijden toegelaten?
Goede Vrijdag drie uur: een mens sterft in een uithoek van de wereld aan een onmogelijk kruis. Nauwelijks hoorbaar voor de omstanders komen van zijn lippen de woorden van Psalm 22: ‘God, mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?’ (Matteüs 27:46) En die klacht klinkt tot de dag van vandaag en wordt telkens herhaald, hier en overal. Voortdurend botsen wij op tegen het menselijk verdriet, gaan eraan ten onder en vallen terug naar de aarde als een vergeeld blad in de herfst. Waarom moeten mensen sterven? Waarom al dat lijden en al dat menselijk verdriet? Niemand kan het ontlopen. Steeds opnieuw word je er mee geconfronteerd. Of zoals de dichter Huub Oosterhuis dat zegt: ‘een mens te zijn op aarde is levenslang geboortepijn’. In de woorden van Jezus: ‘Moest de Messias dit alles niet lijden om zo zijn glorie binnen te gaan?’ (Lucas 24:26)
De prijs van je geboortekaartje
Waarom moeten mensen sterven die goed zijn bovenmate: Jezus van Nazareth, Martin Luther King, bisschop Oscar Romero, Marianella Garcia Villas. Is de prijs die zij moesten betalen voor hun liefde niet veel te hoog? In ‘de Gebroeders Karamazov’ laat Dostojewski Iwan tegen zijn broertje Aljosja zeggen: ‘zo’n hoge rekening kan ik niet betalen, beleefd geef ik mijn geboortekaartje terug’ Is onze God dan een Aztekengod die voortdurend om mensenoffers vraagt? Vindt God zijn vreugde in het in elkaar storten van al wat leeft? De vraag naar ‘t lijden kunnen we eigenlijk niet aan. Wij ervaren zin en zinloosheid naast elkaar. Na de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog die aan 20 miljoen mensen ‘t leven kostte, is het stil geworden rond het lijden. We weten er geen raad mee. En als we naar een antwoord zoeken, zoeken we tegenwoordig de antwoorden meer in de psychologie dan in de theologie: meer bij de mens en minder bij God.
Geleerden van naam
Mensen met grote namen hebben gezocht naar een antwoord, maar kwamen er niet uit: De Franse Schrijver Voltaire (1694-1778) beschouwt de vraag naar het lijden als een intellectueel spel van gevangenen die met hun eigen ketting rammelen. De Duits-Italiaanse cultuurfilosoof Romano Guardini (1885-1968) zei op zijn sterfbed: ‘Bij het laatste oordeel zal ik me niet alleen laten ondervragen, maar ik zal zelf ook vragen stellen! En de vraag die me geen enkel boek, ook de Schrift niet, die me geen enkel dogma, geen leerambt, en geen theologie heeft kunnen beantwoorden: waarom, God, die verschrikkelijke omwegen naar het heil, waarom het lijden van zoveel onschuldigen.
Tal van verklaringen
Natuurlijk er zijn antwoorden genoeg: Het is allemaal de schuld van die ene mens Adam, de wortel van alle ziekte en dood is de zonde, volledig geluk staat ons pas in de hemel te wachten, het lijden geeft ons de gelegenheid om innerlijk te rijpen, plaatsvervangend lijden voor het heil van anderen, het lijden als straf voor de altijd weerbarstige mens. Het zijn antwoorden die ons niet of nauwelijks bevredigen. In het Oude Testament constateert Job de kortsluiting tussen Gods liefde en het menselijk geluk. Job is de mens van vandaag: hij neemt geen genoegen met vanzelfsprekende antwoorden. Hij haat mensen die “die alles dichtplakken met leugens. Kwakzalvers noemt hij ze en hij roept het uit: in Godsnaam zwijg, als je tenminste nog een greintje verstand hebt’ (Job 13:14). Het lijden is blijkbaar geen theoretisch probleem, maar de realiteit van alle dag en alle mensen. Gedachten over het lijden ontstaan niet in de arena, daar wordt alleen maar geklaagd en geleden. In de arena is ‘t geen onderwerp van discussie meer, daar is verdriet en pijn. Daarom moet je het lijden willen bestrijden en niet begrijpen.
Twee soorten lijden
Er zijn eigenlijk twee soorten van lijden. Het ene is verweven in de structuur van de schepping, het andere wordt door ons zelf veroorzaakt. Dat laatste is vaak nog erger dan het eerste: het is lijden dat voorkomen had kunnen worden. Alleen de liefde kan ervoor zorgen dat lijden te dragen valt of wordt opgeruimd. Vanuit de liefde wordt zelfs Jezus’ kruis een nieuwe levensboom (Genesis 2:9) die staat in de tuin van God (Openbaring.2:7). God de Vader blijft solidair met zijn zoon Jezus, tot zijn laatste snik. Ook Jezus krijgt te maken met de vraag: ‘Als God onze Vader is, hoe kan Hij dan zoveel leed aan zijn kinderen toelaten?’ Deze vraag waarmee wij God ter verantwoording willen roepen wendt Jezus af op de vrager. Zo blijkt zijn reactie op twee openbare rampen (Lucas 13:15). Niet God dient ter verantwoording te worden geroepen, maar wij zelf die telkens verkeerde keuzes maken. Het wordt dringend tijd om ernst te maken met het opruimen van onrechtvaardige structuren.
U zal worden opengedaan!
Nog een andere vraag van de mens beantwoordt Jezus even onverwacht. Die naar het onverhoorde smeekgebed: ‘Ik heb gebeden, maar het helpt niets’. Jezus zegt eenvoudig: ‘alles wat je in het gebed vraagt, gelooft dat je het al verkregen hebt.” (Marcus 1:24)
Jezus vraagt ons te blijven vragen. Als je daarin groeit, groeit ook de bede in je ‘God, niet mijn wil geschiede, maar de uwe’. Jesaia: ‘Zoals de hemel zich boven de aarde verheft, zo liggen mijn wegen boven de uwe, en mijn gedachten veel hoger dan uw gedachten’ (55:9). De verhoring is hoger dan wij vermoeden. Heel indringend ervaren wij dat in het lijdensverhaal: Jezus vraagt dat de beker van ‘t lijden aan Hem voorbij mag gaan. De lijdensbeker zal gedronken worden, toch wordt zijn gebed verhoord. (Hebreeën 5:8: ‘hoewel Hij de Zoon van God was, heeft Hij in de leerschool van het lijden gehoorzaamheid geleerd’). Jezus vroeg om verlossing uit het lijden van Goede Vrijdag (God, mijn God, waarom heeft u Mij verlaten?), maar kreeg van zijn Vader de Verrijzenis op Paas-morgen!
Het exodusverhaal
God heeft neergezien op de ellende van zijn volk en heeft het bevrijd uit de ellende van Egypte. Dat is de boodschap van Pasen: in de woestijn groeide ‘t volk uit tot Gods eigen volk. Blijkbaar liggen in de woestijn van het coronavirus ook groeikansen. Je kunt, tegen de verdrukking in, er een beter mens van worden. Ook in de coronawoestijn van vandaag, met zijn vele vragen. Jezus leert ons: ongelooflijk: wat er allemaal gebeurt, maar een nieuw land is ook voor ons bereikbaar. Dat kunnen we leren in ‘de leerschool van ons lijden’
Ambro Bakker s.m.a.
Deken van Amsterdam