3e zondag van de Advent – A
Jesaia 35:1-6a.10 en Matteüs 11:2-11
Ik moet een jaar of 9 geweest zijn, geen centrale verwarming, alleen ‘n grote kachel in de woonkamer. De rest van het huis steenkoud. Steenkoud als je naar het toilet moest, ijskoud ook als je ging slapen. Als je geluk had lag er ergens een kruik. Dan waren tenminste je voeten warm! Soms lag er zelfs rijp op de dekens! Op zo’n ijskoude morgen werd ik wakker. De ijsbloemen stonden dik tegen de ruiten. Een sprookjesachtig gezicht. Het leek alsof je in een droomkasteel woonde! Toen kwam mijn vader de slaapkamer binnen. Hij deed het licht aan en liep naar het raam. Met zijn warme adem blies hij een gat in de ijsbloemen, en daarmee een gat in je droom. De ijsbloemen begonnen te smelten en liepen als tranen langs het raam naar beneden. Een gat in de ijsbloemen, een gat in je droom. Wat was ik kwaad! Door het gat zag je een troosteloze tuin zonder bloemen en een schuur waarvan de deur half in zijn hengsels hing.
Ouder geworden heb ik begrepen dat we allemaal de neiging hebben ons terug te trekken uit die wereld vol zorgen. Iedereen heeft de neiging zijn wereld af te schermen met krantenpapier, om zo de vrieskou buiten je leven te houden. Vooral met Kerstmis vertonen we die neiging: even niet zeuren! Dan worden we boos op iedereen die onze kerstdroom komt verstoren. De wapens worden neergelegd voor enkele uren. Slagbomen gaan open, adempauze voor mensen, speelkwartier voor een kind.
Gelukkig dat er profeten zijn als Jesaia en Sint Jan de Doper. Zij halen ons weg uit onze droomwereld en drukken ons vandaag weer met onze neus op de feiten. Johannes de Doper is een geëerd profeet: de hoop van vele vromen in Israël. Hij is nu opzij geschoven. Duizenden waren indertijd naar de Jordaan gekomen om zich door hem te laten dopen. Maar Johannes ondergaat het lot van alle profeten die – tegen de heersende meningen in – ijsbloemendromen proberen door te prikken. Zij verscheuren onze papieren krantenwereld en daarmee elke papieren vrede.
Maar dat pikt niemand! Profeteren: prima – maar het moet wél leuk blijven! Johannes ondergaat het lot van alle profeten: hun vonkende blik is te gevaarlijk, tergt de trots van de zelfverzekerden. Hun profetie is ondragelijk in een wereld vol corruptie. Daarom moeten hun stemmen worden gesmoord, omdat ze zich blijvend laten verontrusten door de schreeuw die klinkt over de velden van Effrata. Hun stemmen die duizenden meesleepten, moeten worden gesmoord. De bomen moeten eerst kaal voor er een nieuwe lente komt. De graankorrel moet de donkere aarde in om tot nieuw leven te komen. Het wrede mensenverhaal moet ten einde voor het definitieve begin.
Profeten zijn gedrevenen. Zoals Johannes de Doper moést getuigen van het licht dat ieder mens verlicht. Hij was geen toevallige voorbijganger, geen ooggetuige die het verder voor gezien houdt. Nee, hij is een gedrevene, die heil wil brengen in een duistere wereld, die van alle kanten kraakt in haar voegen van ongerechtigheid. Hij protesteert tegen een manier van leven die – ook vandaag nog! – duizenden mensen het leven kost.
Johannes noemt het onrecht bij name en wijst het concreet aan. Dat pikken de mensen niet: hij moet worden uitgespuwd. De gevestigde machten kunnen hem wel uitkotsen en ze doen dat dan ook! En zo belandt Johannes de Doper in de gevangenis. Ze zullen hem wel een kopje kleiner maken. Hevige twijfels overvallen Johannes. Jarenlang heeft hij mensen opgeroepen zich te bekeren. Waar bleef die bijl die rotte bomen zou omhakken om ze vervolgens in het vuur te werpen? Waar bleef de wan die het kaf van het koren zou scheiden?
Johannes laat via zijn leerlingen aan Jezus vragen: “Zijt Gij de komende of hebben wij een ander te verwachten?” Johannes stelt zijn vraag vanuit diepe twijfels. Hij stelt die vraag vanuit de duisternis van zijn bestaan, in de gevangenis. Hij voelt dat hij al met één been in het graf staat. Koning Herodes wil wraak.
Jezus blijft rustig onder zijn vraag. Hij wordt niet onzeker, wordt niet kwaad, is niet teleurgesteld in Johannes. Wij zouden ánders reageren: Wat is dat nu voor een profeet die op het einde van zijn leven struikelt! Jezus wijst Johannes op wat er gebeurt: blinden zien, doven horen, melaatsen worden genezen, doden staan op. Vervolgens tekent Jezus een grandioos portret van Johannes. Hij haalt hem niet omlaag, maar zet een standbeeld voor hem neer. Jezus geeft hem een ereplaats naast de Dokwerker op het Waterlooplein in Amsterdam en naast het beeld van Zadkine in het hartje van Rotterdam. Een standbeeld voor een mens die zelfs in de gevangenis zich niet druk maakt om zijn eigen leven, maar zich angstig en bezorgd afvraagt of het verhaal van God wel zal worden doorverteld. Daarmee behoort Sint Jan tot diegenen die meer bezorgd zijn om de komst van het Rijk Gods dan om zijn eigen bestaan.
Jezus stelt hem vanmorgen gerust: Johannes, jouw verhaal gaat door! Na tweeduizend jaar worden vandaag in miljoenen kerken en kapellen over heel de wereld de profetenwoorden van Johannes doorverteld. En ze schieten raak in de harten van ontelbare mensen. Johannes en Jezus blijken ook voor de dag van vandaag een boodschap te hebben, die bevrijding brengt voor mensen. En we hebben allemaal iets van dit visioen in ons zitten. We weten dat de woestijn ooit weer zal bloeien als een roos en dat er een eind zal komen aan alle pijn. Maar hoe hou je je geloof, hoop en liefde overeind in deze gebroken wereld?
In de roman ‘de Gebroeders Karamazow’ heeft de Russische schrijver Dostojewski het over een vrouw, die haar geloof verloren heeft. In haar gewetensangst gaat de vrouw naar en monnik en vraagt hem: “Wat moet ik doen?” Het antwoord van de monnik: “bemin je naasten, houd van de mensen om je heen, en je zult je geloof weer terugkrijgen”. Hij spoort de vrouw niet aan om zich terug te trekken in eenzaamheid. Hij spoort haar ook niet aan om te bidden. Hij probeert haar ook niet met woorden te overtuigen. Hij wijst haar alleen maar op de mensen om haar heen, die haar soms bitterhard nodig hebben. En in het gelaat van de mensen om haar heen, zal ze ongetwijfeld het gelaat van het Kerstkind tegenkomen!
Pastoor-deken H.Augustinus
Amsterdam/Amstelveen