maandag 1 januari 2024
Nieuwjaar
Numeri 6:22-27, Galaten 4:4-7 en
Lucas 2:16-21
‘Moge de Heer u zegenen en behoeden, moge de Heer de glans van zijn gelaat over spreiden en u genadig zijn! Moge de Heer zijn gelaat naar u keren en u vrede schenken!’ (Numeri 6:24-25) Met dit oude Bijbelse zegengebed beginnen we het nieuwe jaar, zeker dat de Heer over ons zal waken, ons nabij zal zijn en ons dag na dag zal begeleiden. Opnieuw doet het evangelie ons met de ogen van ons hart kijken naar de herders van Bethlehem. Ze zijn een voorbeeld voor mensen die geloven.
Toen de herders bij de grot kwamen – ditmaal waren zij die het toekeken – zagen ze een kindje. In deze kleine scene is heel het leven van de christenen samengevat. In de nacht ervoor hadden de engelen gesproken over het kindje. Zijn moeder Maria bewaarde alles in haar hart’. Zij wist welk geheim in dit kindje aanwezig was. De liturgie van deze dag nodigt ons uit met ongelooflijke tederheid uit om naar Maria te kijken om haar te vieren als de moeder van God. Zeven dagen zijn voorbijgegaan sinds de geboorte van Jezus. Toen ze in Bethlehem aankwamen, Maria en Jozef en het Kind’. Het is mooi om ons Jezus niet langer voor te stellen in een kribbe, maar in de armen van Maria. Maria met Jezus op haar schoot.
In de traditie van de Oosterse Kerk is de band tussen de moeder en die Zoon zo sterk dat men nooit een afbeelding van Maria aantreft zonder Jezus; haar taak is Hem het leven te schenken en Hem aan de wereld te laten zien. Dat is de icoon van Maria, de moeder van Jezus, maar het is ook het beeld van de Kerk en van elke gelovige; met liefde de Heer te omhelzen en Hem aan de wereld te laten zien. Zoals die herders, nadat ze de grot verlaten hadden, teruggingen terwijl ze God eerden en loofden, zo ook gaan wij met eenzelfde energie en eenzelfde bewogenheid van het ene naar het andere jaar met Jezus in onze armen. Om Hem lief te hebben en Hem aan de wereld te tonen. Het zou werkelijk een grote troost zijn. ‘Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat hun door de herders werd gezegd’.
Het is een gevestigde traditie dat de Kerk zich op de eerste dag van het jaar in gebed verenigt om de komst van vrede. In het boek Numeri staat: ‘Moge de Heer zijn gelaat naar u keren en u vrede schenken’. Spijtig genoeg zien we de laatste tijd een opflakkering van conflicten, en daaraan moet van onze zijde een intens gebed om vrede beantwoorden. We weten dat de vrede een volhardende inzet is, vrucht van de Geest van liefde die in het hart van de mensen werkzaam is.
Bij het begin van dit jaar staan we stil bij de zang van de engelen in de Kerstnacht: ‘Glorie aan God in de hoogste hemel, en op aarde vrede onder de mensen in wie Hij een welgevallen heeft’. Dat is ons gebed in de dageraad van het nieuwe jaar. Moge de Geest van de Heer in het hart van de mensen neerdalen en hun hardheid ontdooien, op ‘Gods vrede op aarde’.
Gezegend zij de naam van de Vader,
de Zoon en de heilige Geest.
Herders, vertel ons wie je hebt gezien?
Verkondig wie geboren is op aarde.Zagen jullie geen versterkte burcht?
Zagen jullie geen legers van mannen?
Zij hebben karren en paarden,
maar de geborene heeft de Heer aan zijn zijde.Een vrouw gaf het leven aan een kind,
ze legde het in een kribbe.
In de stad van Bethlehem in Judea
was nergens plaats voor Hem.Dit pasgeboren kind is een teken:
met Hem begint een nieuwe hemel.
Een nieuwe aarde wordt zichtbaar door Hem,
de tijd van de Heer wordt aangekondigd.Jozef bracht Hem naar Egypte;
maar uit Egypte werd de Zoon geroepen.
Hij ging wonen in Nazareth,
de Nazoreeër werd Hij genoemd,De Geest van de Heer rust op Hem;
Hij is gezonden voor de armen en de blinden,
voor gevangenen en verdrukten:
vandaag is zijn belofte vervuld.Jezus Christus onze redder,
enige Zoon, geboren uit de Vader
Het Woord is vlees geworden
In de schoot van de maagd Maria,Gij zijt onze eeuwige hoop.
Licht en luister van de Vader
Aanhoor het gebed
van uw arme kinderen in de wereldVandaag loven hemel en aarde
Degene die Gij hebt gezonden.
Alle wezens van de schepping
jubelen bij het zien van uw geboorte.
Ambro Bakker s.m.a.