Al van oudsher worden Christenen ‘mensen van de weg’ genoemd. Immers wij zijn onderweg letterlijk van A naar B maar ook geestelijk. Wij leggen allemaal een eigen levensweg af. Een weg door het leven. Van kleuter naar kind, van kind naar puber, van puber naar jong volwassene, van jong volwassene naar volwassene en van volwassene naar ouder.
Ieder stadium kent zo zijn hoogtepunten en of dieptepunten.
We reizen met elkaar, ouders, partners, familieleden, vrienden, opvoeders, leraren, collega’s, lotgenoten, vrienden. In bepaalde periodes van ons leven komen er mensen bij en weer andere mensen laten we los. Kortom ons leven is constant in ontwikkeling.
We groeien letterlijk met ons lichaam mee maar ook geestelijk, door de ervaringen en kennis die wij opdoen.
Wanneer mensen zich verplaatsen van A naar B zijn we letterlijk onderweg om met een bepaald doel op een bestemming aan te komen. Vaak worden er pelgrimages gemaakt naar bedevaartsoorden. Een bekende bedevaartsplaats is Santiago de Compostella. Ook dit jaar zijn er 2 mensen vanuit onze parochie daar naar toe gelopen. Ook Rome is zo’n een bekende plaats om naar te pelgrimeren. Zelf heb ik een paar maanden in Rome mogen wonen en was ik verbonden aan de kerk van de Friezen. Het gebeurde regelmatig dat Nederlanders op zondag na afloop van de viering, een oorkonde in ontvangst mochten nemen omdat zij hun bestemming lopend of fietsend gehaald hadden.
Wanneer mensen langer op reis zijn en meer op zichzelf aangewezen dan kan de werkelijkheid anders worden, dat is iets wat ik regelmatig heb terug gehoord. De dagelijkse beslommeringen worden gerelativeerd. En door letterlijk afstand te nemen van je eigen leefomgeving neem je ook afstand van je zorgen en problemen. Wat ik vaak terug hoorde is het vrije gevoel wat er in je hoofd is ontstaan. Mensen voelen zich dan bevrijd en een nieuw begin is er ontstaan.
Om deze Maria Boodschap af te sluiten met de volgende tekst ter overweging:
Lopend sta ik stil
bij wat ik wil.
Ik kies geen weg,
de weg kiest mij.
Ik leg mij neer
bij het getij.De weg zelf moet ieder alleen gaan.
Wat weet ik van jouw pelgrimstocht,
wat weet jij van de mijne?
Is dat niet juist het keerpunt
van onze overtuiging,
dat ieder voor zich
in eigen wezen God leert kennen?
Pastoor deken Eugène Jongerden