zondag 27 maart 2022
Vierde zondag Veertigdagentijd – C
Jozua 5:9a-19-12, 2 Korintiërs 5:17-21 en
Lucas 15:1-3.11-32
Het valt me zomaar op dat er tegenwoordig weer veel belangstelling is voor verhalen. Kijk maar in de boekhandel, luister naar de radio en kijk naar de televisie. We zijn geïnteresseerd in verhalen. Sommigen kunnen zelfs eindeloos vertellen. Verhalen uit ons verleden, maar ook verhalen uit andere culturen spreken ons blijkbaar aan. Ook de Bijbel staat vol met schitterende verhalen. Als Jezus iets belangrijks te vertellen had, begon Hij altijd met een verhaal. In het vertellen van verhalen wordt duidelijk wat Jezus eigenlijk bedoelde.
Sommige verhalen kennen we al sinds de kleuterschool. Op de lagere school las de broeder elke schooldag het laatste kwartier een verhaal voor. Wat waren dat spannende verhalen: Kruimeltje, Dik Trom, Pietje Bell, Ciske de Rat, en in 80 dagen de wereld rond, en Alleen op de Wereld, waarin het 8-jarige jongetje Rémi verkocht werd door zijn pleegouders aan de straatmuzikant Vitalis. Wat waren dat spannende verhalen. Je vergeet ze nooit meer! En hoe zit het met verhalen die wij zelf willen vertellen? Als volwassenen luisteren wij steeds minder naar elkaars verhalen. We weten immers precies wat die ander ons vertellen wil. Daardoor ontgaat ons vaak iets heel kostbaars.
Ook de Bijbel zit vol spannende verhalen. Vandaag horen we zo’n verhaal. Dit keer: het verhaal van de Verloren Zoon. Een verhaal over een vader en zijn twee zonen. De parabel van de Verloren Zoon heeft tot meer discussies geleid dan welk ander verhaal van Jezus ook. Het verhaal is geschilderd, getoonzet, gedramatiseerd, en op heel verschillende manieren becommentarieert. Het is een verhaal dat praktisch iedereen onmiddellijk herkent. Het gaat dan om twee kinderen, twee zonen. De jongste kon thuis zijn draai niet vinden. Hij trekt erop uit – hij verkwist veel geld, maar doet ook veel ervaringen op. En als zijn centen op zijn en hij zijn vaders erfdeel er doorheen heeft gejaagd, verhuurt hij zich als arbeider. En dan heeft hij het zó slecht dat hij denkt: beter een knecht bij mijn vader thuis dan werken bij een vreemde die je nauwelijks te eten geeft.
Maar zijn vader is dan helemaal niet kwaad. Hij ontvangt hem zelfs weer met open armen. Vader schuift zelfs een ring aan zijn vinger en laat hem een mooi gewaad aantrekken. En de vader organiseert dan een geweldig feest, want ‘Mijn zoon leek verloren, maar hij is weer terug.’ Einde verhaal. We kennen het intussen van buiten. Toch wil ik u vanmorgen wijzen op de andere hoofdrolspelers in dit verhaal. Want je kunt elk verhaal ook een andere titel geven. Niet alleen het verhaal van ‘de verloren zoon’, maar bijvoorbeeld:
Het gaat vandaag over wel een heel betrouwbare Vader
Als je dat doet, dan lees je het verhaal heel anders. Dan heeft Jezus het ongetwijfeld over zijn Vader God die niemand loslaat en altijd zijn kinderen weer nieuwe kansen geeft. Het is de Trouwe Vader die zijn zoon vrijlaat, zelfs als die een kant uitgaat die hem ongewenst lijkt. En als zijn zoon dan terugkomt, gaat de vader niet allemaal uitpluizen wat er gebeurd is. Hij neemt zijn zoon weer op alsof er niets gebeurd is. En ik hoor daarin de woorden van mijn moeder die altijd zei: mijn deur staat altijd open voor mijn kinderen, wat er ook gebeurd mag zijn. Inderdaad een trouwe moeder, inderdaad ook een trouwe vader.
Het gaat vandaag om het verhaal van een verontruste oudere zoon
Het verhaal heet: de verloren zoon, maar ik zou dit verhaal, ook de parabel kunnen noemen: het verhaal van de verontruste zoon, want als deze parabel wordt verteld wordt de rol van de oudste zoon altijd wat onderbelicht. De oudste zoon zou tevreden geweest zijn als de jongere zoon met hangende pootjes teruggekomen zou zijn. Want de jongste zoon had zijn excuses aan hem moeten maken, door het stof moeten kruipen, want hij had het halve familievermogen ermee doorgedraaid. En niet eens om een zaak op te zeten, maar om er eindeloos plezier mee te kunnen maken. Maar je kunt dan wel goed zijn, maar dat betekent nog niet dat je een gaatje in je hoofd hebt!
Zo zijn er altijd ook veel ‘verontruste zonen’ die elke zondag in de kerk zitten, intussen slaapt zijn broeder of zuster uit. En als de jongste zoon, na dertig jaar weer eens in de kerk komt, wordt hij nog gastvrij onthaald ook, terwijl jij geen enkele zondag hebt overgeslagen. De trouwe zoon blijkt in het verhaal eigenlijk de ontrouwe zoon te zijn. Hij accepteert het niet dat zijn vader barmhartig is. Hij voelt zich miskent. Daarmee ageert Jezus tegen mensen, als de Schriftgeleerden en Farizeeën, die Gods gebod niet overtreden en daar maar wat trots op zijn. Mensen die beweren dat God exclusief hún Vader geworden is. Maar dat Hij geen Vader is voor mensen die tijdens hun leven hun draai niet konden vinden en op eigen wijzen hun wegen zijn gegaan. Maar is de zoon die experimenteert met het leven, en zijn zichzelf, slechter dan de zoon die veilig onder de wet van het huis leeft?
Het gaat vandaag om het verhaal van de Verloren Zoon
In het Museum Boymans-van Beuningen in Rotterdam hangt het bekende achthoekige schilderij van Jeroen Bosch. Het is het schilderij van de verloren zoon. Een man die een bordeel de rug toekeert, staat daar met knikkende knieën. Hij is bezig om zich te bekeren, om zich om te keren. Maar het wil nog niet helemaal lukken. Zijn hoofd heeft hij nog half naar het bordeel gekeerd. Maar uit het schilderij spreekt dat het goed komt met deze verloren zoon…
Jezus heeft het vaak over het woord ‘Verloren?’ Dat woord heeft een droeve klank: je ouders verloren, je bezit kwijt, je gezondheid verloren, je goede naam kwijt. Dat zijn pijnlijke zaken. Jezus heeft het vaak over verloren zijn en verloren gaan. In de laatste jaren God intussen kwijtgeraakt, of een verloren schaap, over een vrouw die haar geldstuk kwijt is, over een verloren zoon of dochter, die hun eigen ouders niet meer kent. En ouders die hun kinderen niet meer willen kennen. Hiermee is het verhaal van de Verloren Zoon het verhaal van Schuld en Boete. Ik zou deze parabel toch het liefst Het verhaal van de trouwe vader willen blijven noemen, want hij is degenen die alle gezwam en alle gezeur doorbreekt. Hij zegt tegen zijn oudste zoon: het blijft je broer en zonder vergeving kan hij niet verder. Die zoon van jou; zegt de oudste zoon tegen zijn vader, Nee, die broer van jou, antwoordt zijn vader. Wie niet geloven wil, wie niet geloven kan, dat er altijd voor iemand een terugkeer mogelijk is, staat net zoals de oudste zoon vol wrevel buiten.
Binnen is het feest, want de verloren zoon is teruggekeerd. De echte verloren zoon staat nu buiten en weigert deel te nemen aan het feest. Maar hij was toch de trouwe zoon, die alles volgens de regels deed… Maar waar het feest rond de verloren zoon werd gevierd, zat de oudste broer tandenknarsend te mopperen en voelde zich gepakt. Wat een verhaal! In dit verhaal staat de Barmhartigheid sterker dan al het Recht!
Ambro Bakker s.m.a.
Deken van Amsterdam