zondag 20 februari 2022
7e zondag door het jaar – C
I Samuël 26:2.7-9+12-13+22-23,
1 Korintiërs 15:45-49 en
Lucas 6:27-38
Ambro Bakker s.m.a.
Weet u waar de uitdrukking vandaan komt: ‘de pik op iemand hebben!’ Als u dat wilt weten, moet u eens gaan praten met iemand die kippen heeft. Dan zult u horen dat er tussen al die kippen er altijd één kip is die net zo lang door de andere kippen gepikt wordt totdat zij er dood bij neervalt. Een raadsel van de natuur: waarom hebben al die kippen juist de pik op die ene kip?
Kijk, dat mensen de pik op elkaar hebben, is te begrijpen. Daar zijn tal van redenen voor aan te voeren: Mensen verschillen van huid, van godsdienst, ras, bezit en seksuele geaardheid. Wij voelen ons vaak huizenhoog boven de ander verheven. Niet dat wij bijvoorbeeld de pik op buitenlanders hebben, maar voor velen van ons mogen ze liever vandaag vertrekken dan morgen!
Wij hebben de pik op elkaar. Zolang de wereld bestaat, zijn er mensen die de pik op elkaar hebben. En meestal is daar een reden voor. Als je je bedreigd voelt, ga je al gauw op zoek naar een zondebok. Kaïn had de pik op Abel, omdat diens rook bij het offer naar de hemel steeg, terwijl zijn rook dicht bij de aarde bleef. David had de pik op zijn buurman, omdat die zo’n mooie vrouw had gezien, die hij zelf liever had willen hebben. Heel de geschiedenis door hebben mensen de pik op elkaar, en pikken ze net zolang door tot anderen er dood bij neervallen, soms met honderdduizenden tegelijk!
Het evangelie zegt vandaag: ‘Bemint uw vijanden; doe goed en leen uit zonder erop te rekenen iets terug te krijgen’ (Lc 6:35). En als iemand u op de wang slaat, keer hem of haar ook de andere wang toe. Als iemand uw bovenkleed afneemt, belet hem of haar dan niet ook uw onderkleed te nemen. Vestig niet al uw aandacht op wat u bezit. Niet om uw bezittingen gaat het, maar op wie en wat u in het leven bent. Met lege handen zijn we immers in het leven gekomen en met lege handen zullen we terugkeren in de handen van God. Kijk, de wereld die u bemint vergaat. Maar zelfs nu als de wereld dor is geworden, bloeit ze weer uit op onze harten. En hoe de wereld eruit moet zien, is dat niet de wereld, waarin wij de pik op iemand hebben. Het is de wereld van Barmhartigheid. Oftewel: ‘Wie goed doet, wie goed ontmoet’. Laat dat gepik dus maar achterwege en leef vanuit Liefde en Rechtvaardigheid.
De tekst van Lucas begint radicaal: ‘Tot u die naar Mij luistert zeg Ik: Bemint uw vijanden, zegent hen die u vervloeken, en bidt voor hen die u mishandelen’ (Lc 6:27-28) Vandaag draait alles rond die gulden regel uit de Bijbel: ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet’. En behandel elkaar zoals je zelf behandeld wil worden.
Velen liggen in de knoop met hun relaties. Het lijkt me afschuwelijk, als je hartstochtelijk van iemand houdt en je liefde wordt niet beantwoord. De ander vindt jou wel aardig, maar daar blijft het bij. En ‘s avonds lig je te huilen in je bed, alleen met je verdriet, je hoofd tolt om en je krijgt barstende koppijn. Tranen liggen half verdroogd op je wangen en de verlossende slaap wil maar niet komen. Misschien dat u nu denkt: hij heeft het zeker over jongens en meisjes met puberteitsproblemen!
Nee, ik heb het vandaag ook over de relaties die wij als volwassenen met elkaar kunnen hebben. Over liefdes en vriendschappen die niet beantwoord worden. Over mensen die zó de pik op ons hebben, dat hun vriendschap of huwelijk eerder een gevangenis is geworden dan een bijdrage tot vrijheid en geluk. Ik denk aan mensen die door anderen gebruikt worden voor eigen plezier. ‘s Nachts liggen ook zij te huilen en denken bij zichzelf: had ik hem of haar maar nooit ontmoet!
Een onbeantwoorde liefde. Wat doe je dan met je verdriet? Kon je maar met je met je pijn en verdriet maar ‘n liefdeskliniek binnenlopen, waar er iemand is die je opvangt, die begrip voor je heeft. Iemand die niet voortdurend de pik op je heeft. Onze wereld staat vol kerken en kathedralen, maar is de kerk dan geen liefdeskliniek? Maar waar moeten we heen met onze angsten en ons verdriet? Er gaan tegenwoordig, zeker ook in onze coronatijd, veel minder mensen naar de kerk, dus neervallen kun je bijna overal in de kerk. Maar wij willen in ons leven niet neervallen, wij willen liever opvallen en elkaar niet aanvallen. Wat we ook in onze tijd nodig hebben, is een warme kerk waar wij op mogen vallen, waar niemand met zijn of haar ziel onder de arm hoeft te lopen, waar geen enkel mens meer de pik op een ander heeft, waar wij plaats krijgen in het hart van de ander in plaats van doelloos rond te slenteren in dit leven.
We zijn langzamerhand van een liefdesgemeenschap terecht gekomen in een prestatiemaatschappij. ‘Jij-bent-er-voor-mij, en ik ben de baas’ is daarvan de basis. Maar zó wordt het leven hard en meedogenloos. Dan verkillen menselijke verhoudingen. En het kan niet anders: in zo’n maatschappij slachten mensen elkaar af, pikken elkaar dood. Jezus laat zien dat God op niemand de pik heeft. Hij wil elk mensenkind voldoende nestwarmte bieden. Daarom maakte Hij ons van slaaf tot vriend, en van kind tot erfgenaam. En deze liefde mogen wij aan elkaar doorgeven. We mogen samen ‘n kerk vormen waar mensen mogen schuilen: met onze vreugde en verdriet, met onze angsten en met onze verlangens. Dat is wat Jezus ons telkens voorhoudt: trek je snavel niet open om over anderen te praten. Trek je snavel hoogstens open om naar elkaar te koeren. Trek je snavel open, maar om daadwerkelijk het Evangelie te verkondigen, niet om mensen af te breken en dood te pikken. Want als we dát doen, heeft God ongetwijfeld de pik op ons!
Dezelfde stap zette Jezus, toen Hij in de Hof van Olijven ‘t oor van de militair genas, die Petrus met z’n zwaard had afgehouwen. Zelfs aan het kruis bad Jezus voor diegenen die Hem dat aandeden: ‘Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen…’ Jezus wilde geen toeschouwer zijn van ons wereldgebeuren, Hij keert concreet de andere wang toe. Een kroon van doornen en een spotmantel waren het antwoord op deze ontwapenende houding.
Een kroon van doornen en een spotmantel waren het antwoord op deze ontwapenende houding van Jezus van Nazareth. Jezus was te vinden vooral bij mensen die in de knel zaten, maar zij wisten dat Jezus aan hun kant stond, al zij door andere snavels werden gepikt en doodverklaard.
Binnenkort zal pater Titus Brandsma, Karmeliet, heilig worden verklaard, juist omdat hij diezelfde weg van de lijdende Christus is gegaan. Ook Titus is in de Tweede Wereldoorlog door de foltering heengegaan en gemarteld, omdat hij in Nederland het heeft opgenomen voor de Joden en daar veel werk van maakte. Titus werd door de Nazi’s in een concentratiekamp opgesloten. Maar hij was geen man van dodelijke pikkerij. Integendeel, tot het einde toe bleef hij voor de andere gevangenen een bron van steun en hoop: hij had voor allen een glimlach, een woord van begrip, een gebaar van goedheid, zelfs de Nazi’s die hem verafschuwden kregen van hem goede woorden.
De ‘verpleegster’ die hem op 26 juli 1942 het dodelijke spuitje gaf, getuigde enkele jaren na de oorlog, dat haar steeds levendig het gelaat voor de geest stond van die priester Titus, met wie zij door haar dagelijks werk niet zoveel medelijden had, maar zelfs toen, zei ze, toen ik hem het dodelijke spuitje gaf, had hij eerder medelijden met mij dan met zichzelf… Hij is Jezus op zijn lijdensweg gevolgd.
Ambro Bakker s.m.a.
Deken van Amsterdam