zondag 17 mei 2020
6e zondag van Pasen – A
Handelingen 8:5-8+14-17,
1 Petrus 3:15-18 en
Johannes 14:15-21
Ambro Bakker s.m.a.
We komen steeds dichter bij het feest van Pinksteren. a.s. donderdag is het Hemelvaartsdag. Jezus gaat dan terug naar zijn Vader in de hemel. Hij begint vandaag afscheid te nemen. Je merkt dat aan de lezingen van vandaag: de gaven van de Geest, de belofte van de Geest, en de toezegging dat er een Helper zal zijn om ons, geestelijke Bijstand te verlenen, nu Jezus de aarde verlaten heeft.
Nou heeft het woord Bijstand een nare klank gekregen. Leven van de Bijstand maakt je niet bepaald vrolijk. Het betekent leven van een minimum, het allernoodzakelijkste, maar absoluut niet meer dan dat. Aan het einde van je geld een stukje maand overhouden, dat kan rampzalig zijn.
Toch gaan we over veertien dagen met Pinksteren met z’n allen de Bijstand in. Dat staat ook in het evangelie van vandaag: ‘dan zal de Vader, op mijn gebed, u een Helper geven, die u Bijstand zal verlenen, als Ik er niet meer ben’. Tot nu toe vormden de leerlingen een soort fanclub rond Jezus. Jezus is Iemand die alles weet en alles kan. Ze aanbidden Hem, zoals jonge mensen hun idool verafgoden en bewieroken. Maar ze moeten dan nu los van Hem komen, zoals tieners los moeten komen van hun ouders. Ze moeten hun eigen verantwoordelijkheid aandurven en op weg durven gaan. Tot nu toe is wat Jezus doet het middelpunt van al hun aandacht voor Jezus, met alles wat Hij zegt en doet. Maar die tijd is voorbij: Jezus gaat terug naar zijn Vader in de hemel. Zélf zijn de leerlingen nu verantwoordelijk voor de verspreiding van Zijn Blijde Boodschap.
Er komt een ogenblik – als het allemaal goed gaat – dat je vader- en moederbinding verbroken wordt. Het kind, dat eerst naar school gebracht wordt, gaat op een goede dag daar alleen naar toe. Jezus hield op kind te zijn, toen Hij twaalf was en in de tempel achterbleef. Iets waar Maria verschrikkelijke moeite mee had Zij bleef erover piekeren. Toch houd je niet op om kind van je moeder te blijven. Je vader blijft je vader en je moeder blijft je moeder. Ergens dient die afhankelijkheid zelfs behouden te blijven. Maat er wordt nu een verdere stap gemaakt. De tiener gaat in de nieuwe onafhankelijkheid andere verbanden aan met leeftijdgenoten en hun ‘idolen’.
Als de ouders verstandig zijn beginnen zij op dat ogenblik die rol mee te spelen. Ze commanderen niet meer, maar geven redenen voor wat ze vragen, en ze praten met hun opgroeiende kroost. Ze worden een soort kameraden en leeftijdgenoten. Maar ook dat verandert weer. Er komt een moment dat een ouder zegt: die beslissing moet je zelf nemen, je weet hoe ik erover denk en wat ik ervan vind, je weet welke normen en beginselen ik zou hanteren, maar nu is die beslissing aan jou’.
Maar ouders blijven ouders, ook als je een stap verder in je leven bent. Je groeit hopelijk van afhankelijkheid naar toenemende aanhankelijkheid. Daarom is Hemelvaartsdag dat we donderdag vieren juist een feest, want Jezus gaat weer terug naar zijn hemelse Vader, God zij dank! En nu moeten wij verder: wij moeten onze eigen verantwoordelijkheid nemen. We kennen intussen de principes en normen van Jezus, en wij mogen zelf zijn werk voortzetten. Onze band met Jezus groeit naar volwassenheid, met op de achtergrond ons krediet: de Bijstand van de heilige Geest. (Sjef Donders)
Nadat Jezus teruggegaan was naar zijn Vader, liet Hij ons in de Geestelijke Bijstand achter. Maar er is een verschil met de Maatschappelijke Bijstand. In de bijstand, die Jezus ons belooft, is Hij zelf aanwezig in de Geest die Hij achterlaat, God zij geprezen! Wij weten dat we met Pinksteren met z’n allen de Bijstand ingaan, maar het is een bevrijdende Bijstand, omdat we weten dat wij zelf mogen doorgaan in de Geest van Jezus van Nazareth.
Zo zal Hij met ons blijven, tot het einde der dagen. We komen in Hem niets tekort en hoeven in Zijn Bijstand ons niet zielig te voelen. Door de komst van de Heilige Geest mogen we ons zelfs zalig voelen en weten dat wij, ook in de toekomst, God aan onze kant hebben. Daarom bidden wij speciaal in deze weken om de komst van de Heilige Geest die ons in vuur en vlam blijft zetten, ons wil ondersteunen.in ons dagelijks doen en laten, zodat wij voort kunnen blijven gaan in de voetsporen van Jezus van Nazareth. En dat voortzetten, ook al hebben we soms een flinke tegenwind, en is de fut er soms eruit.
De Geest van God die ons bewoont en smeekt naar God, wordt zichtbaar, waar wij ons onbaatzuchtig inzetten voor vrede en sociale gerechtigheid, waar wij trouw en behulpzaam zijn tegenover buren en collega’s. Daar werkt de Geest van God. En die Geest komt niet altijd in storm en vuur. Gods Geest komt ook in de zachte bries van ons bestaan, in de gewone dingen van elke dag. Zo worden wij mensen die ons inzetten voor een wereld die wat meer openstaat voor God, meer openstaat voor de liefde, voor waarheid en vrede. En we bidden op weg naar Pinksteren: ‘Opdat ons leven nooit in weer en wind bezwijkt. Kom Schepper Geest voltooi, wat Gij begonnen zijt!’.
Lucas, die naast zijn evangelie ook de Handelingen van de Apostelen heeft geschreven, schrijft in het eerste hoofdstuk, vers 8: ‘Maar jullie zullen de kracht ontvangen van de heilige Geest die over jullie komt, om mijn getuige te zijn in Jeruzalem, in geheel Judea En Samaria en tot het uiteinde van de aarde’. En de Heilige Geest zal ons bijstaan. Wij hebben daarmee de zending gekregen, en in Nederland hebben we dat in het verleden goed verstaan. Relatief gezien heeft Nederland in het verleden de meeste missionarissen uitgezonden naar de Derde en Vierde Wereld, en daar getuigenis afgelegd van ons geloof, niet alleen in mooie woorden, maar vooral in concrete daden, zoals die ons zijn voorgeleefd door Jezus van Nazareth.
En in onze tijd zijn er nu al 600 priesters uit de voormalige missielanden, Afrika, Azië en Zuid-Amerika, die werkzaam zijn in Nederland, om het Evangelie bij ons weer terug te brengen. En ook zij werken opnieuw onder leiding van de heilige Geest. De Geest van God werkt immers overal waar wij ons telkens inzetten voor God en voor elkaar. Geloven die je niet op je eigen houtje, maar in de Geest van God Waar wij elkaar van dienst kunnen zijn, wordt het zichtbaar waar wij ons onbaatzuchtig inzetten. Daar werkt de Geest van God. Dat ben je geen mens met gebalde graaivuisten, maar mensen met open handen. Dan zijn wij mensen naar Gods hart en werken wij in zijn Geest en niet alleen op onze eigen houtje. Ook wij mogen ons gedragen als mensen in de Bijstand, die sinds het Pinksterfeest mogen leven van de Bijstand van Gods Heilige Geest!
Ambro Bakker s.m.a.
Deken van Amsterdam