zondag 5 april
Palmzondag
Jesaja 50:4-7,
Filippenzen 2:6-11 en
Matteüs 21:1-11
Ambro Bakker s.m.a.
Deken van Amsterdam
Vandaag begint de Goede Week, die ook wel de Lijdensweek, de Heilige Week of de Stille week genoemd wordt. Dat het dit jaar een Stille Week zal worden, is mij wel overduidelijk. Anderhalve meter van elkaar en het liefst zoveel mogelijk thuisblijven, zelfs met dit mooie weer van vandaag. Een Stille Week. In de 50 jaar dat ik nu priester ben, heb ik eigenlijk nooit een Stille Week mogen meemaken. Want normaal zijn de kerken dan goed gevuld en is het een en al bedrijvigheid. Een drukte van belang. En als dan tenslotte op Paasmorgen het luidkeels klinkt ‘Alleluja, want de Heer is waarlijk opgestaan’, dan denk ik: ik ga liever vanmiddag een uurtje op de bank liggen, om daarna weer op te staan voor het gezamenlijke Paasmaal met mijn familie.
De radio en televisie zullen de komende week weer de nodige aandacht hebben voor de hoogtepunten van de Goede Week: Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Paasmorgen. Ook via de site van parochie Amstelland kunt u het nodige vinden. De preek van vanmorgen richt ik vandaag vooral op de volwassenen. Voor de kinderen heb ik een uitgebreid verhaal geschreven over het jongetje Jesjoea, met zijn opa die Knorrepot heet en met het lieve ezeltje Hemeltjelief. De kinderen zullen in hun eigen taal horen dat Hemeltjelief de zwangere Maria op zijn rug naar de kerststal heeft gebracht. En wat wil het wonder: 33 jaar later is Hemeltjelief met zijn baasje naar Jeruzalem gegaan om wat wijnstokken naar de markt te brengen. Het is bijzonder druk in de stad. Het wemelt van de mensen. Dat kunnen we ons nog nauwelijks voorstellen in de Coronatijdperk.
Hemeltjelief en Jesjoea werden natuurlijk een stuk ouder geworden. Maar laat de ezel nou de vraag krijgen of hij diezelfde Jezus op zijn rug de stad in wil dragen! Dat is echt een wonder: Jezus wordt door een ezel gedragen als Hij geboren wordt, maar de ezel draagt Hem opnieuw, als Jezus in de laatste dagen van zijn jonge leven is aangekomen. Het uitgebreide verhaal voor de kinderen, en met een mooie tekening om te kleuren, vindt u ook op de website van Amstelland.
En als u a.s. vrijdag de kruisweg wil bidden om drie uur ’s middags, dan vindt u op deze website een link daarnaar toe. Na elk van de veertien staties staat een te zingen couplet van het lied; O Hoofd vol bloed en wonden’.
Met je huisgenoten mediteren bij het Lijden van de Heer, en daarmee bij het lijden van zovelen, die in de Coronacrises zijn terechtgekomen en nog komen.
Vandaag is het Palmzondag. Wat gebeurt er allemaal in Jeruzalem, dat in de tijd van Jezus niet groter was dan nu Amstelveen of Purmerend. Daar is het gebeurd wat wij deze week opnieuw gedenken. Jeruzalem, een stad van stegen, huizen armzalig, vrouwen met kruiken, ezels zwaarbeladen. Midden in de stad staat de tempel: ik zal u zeggen… nee, Jezus zelf heeft daar gesproken van adderengebroed en graven witgepleisterd. Het broeit daar in Jeruzalem waar iedereen toch heen wil als het Pasen wordt. Het Paasfeest was op handen, het feest van de ongedesemde broden. De opperpriesters en Schriftgeleerden broeden op een plan om Jezus in de val te lokken. Ze willen zijn dood. Maar liever niet op het Paasfeest, want het volk zou erdoor in opstand kunnen komen. Zo begint het lijdensverhaal. En de evangelist Matteüs bericht hoe een vette kring van haat zich sluit rond Jezus van Nazareth, als Hij in Jeruzalem is aangekomen. Jezus werd veroordeeld. Hij werd gekruisigd. Het zat er allemaal dik in, van tevoren al. Hij moest verdwijnen, weg van het wereldtoneel. Ooit gehoord van een eerlijk proces contra Jezus van Nazareth? Nou dan? Hij moest eraan. Kajafas, Pilatus, al die anderen. Speelballen, niet meer…
Jezus komt Jeruzalem binnen op de rug van een ezel. En daarmee wordt de profetie van de oude profeet Zacharia vervuld: ‘De Koning zal vanaf de Olijfberg de stad Jeruzalem binnentrekken, gezeten op de rug van een ezel (9:9). En deze profeet leefde zo’n 500 jaar vóor de geboorte van Jezus. Maar sterker nog. Een ezel staat al klaar in het boek van de Schepping (Genesis), waarin in hoofdstuk 49:11 staat: ‘Hij zal de ezel aan de wijnstok binden en het ezelsjong aan de wingerd’ Bijzonder eigenlijk dat in het eerste boek van de Bijbel (Schepping) het ezeltje al klaarstaat. Vandaag staat er opnieuw een ezel klaar voor Jezus. Hij draagt op zijn rug Jezus Jeruzalem binnen. Het volk is heel enthousiast en applaudisseert. Wat zijn ze blij: ze hebben behoefte aan een sterke koning die het land zal bevrijden van de gehate Romeinen, de bezetters van hun land.
In de bezettingstijd willen wij wel met palmtakken zwaaien en Hosanna roepen. Maar na de bevrijding herneemt het leven zijn gewone gang. Want, waar blijft de Bevrijder, is het wel een échte Koning? Vrijwel dezelfde mensen die vandaag enthousiast met hun palmen zwaaien komen enkel dagen later terug. De palmtakken in hun handen hebben zij vervangen door stenen, en ze gooien Hem van alles naar het hoofd. Jezus van Nazareth, Messias, Gezalfde. Hij werd gekruisigd. Zoals nog elke dag er mensen worden gekruisigd. Elke dag gaan er nog, ook in onze tijd, mensen voor de bijl. Elke dag gaan mensen lichamelijk of geestelijk ten gronde. Ze gaan kapot door wat mensen hen aan doen. Elke dag worden er mensen gekruisigd, net als die mens van Nazareth. Ze moesten Hem niet. Weg met die druktemaker, weg met die man die zo hard en consequent is als het op beginselen aankomt. Weg met die vent die niet meespeelt, onomkoopbaar blijkt, steekpenningen weigert. Die man waarmee niet te sjoemelen valt.
Het vonnis valt, zoals het dagelijks valt. Dat wil zeggen: precies zoals het gepland is. Verder geen geleuter, geen hoger beroep. Wie zich niet conformeert aan de wetten van deze wereld, moet maar verdwijnen. Pilatus vindt geen schuld in Hem. Maar het volk eist zijn bloed en opnieuw vertrapt de democratie het recht. Geen schuld, maar de landvoogd moet kiezen, besluiten, oordelen. Veroordelen, zegt het volk. Breng mij maar water, ik was mijn handen in onschuld. En als er sprake van schuld is, drukt die op jullie en niet op mij. Het bloed zal dan vloeien over ons en onze kinderen…
Wij staan aan het begin van de Goede Week, de Stille Week, de Lijdensweek. Jezus zal ervaren hoe diep een mens kan vallen. Op Palmzondag halen we Hem in met Hosanna-geroep: vijf dagen later sterft Hij aan een onmogelijk kruis. Op Palmzondag is de menigte uitgelaten, zwaait uitbundig met palmtakken en werpen hun mantels op de weg. Het heeft iets ludieks: de Koning op een ezel lijkt op een schertsfiguur. Zo liepen jaren geleden (op 5 februari 1970) de kabouters met een pony door Amsterdam, met daarop Jozef en Maria die op weg zijn naar de nieuwe vrijstaat. De Oranjevrijstaat werd gesticht. Ze kregen ook toen een lange sliert kinderen achter zich aan. Zo is het ook met de straatjeugd van Jeruzalem: als de volwassenen teleurgesteld afdruipen, blijven de kinderen nog lang Hosanna roepen en optochtje spelen. Want optochten, daar houden we van. We zetten er zelfs hele straten voor af. Maar we vergeten dat het bij Jezus niet gaat om een Optocht, maar om een nieuwe Uittocht, een nieuwe Exodus, richting Gods Beloofde Land. Jezus gaat niet alleen voorbij, Hij gaat eraan! De stemmen die straks ‘kruisig Hem’ zullen roepen, zijn dan nog hees van het Hosanna-geroep. Jezus gaat de stad binnen om er enkele dagen later weer uitgegooid te worden. Het ezeltje van Palmzondag is over enkele dagen alleen nog maar een grauwe vlek in het donker, mistroostig als een verwelkte bloemenwagen na een verregende bloemencorso.
Een Goede Week een Stille Week, een Lijdensweek. Er is veel lijden in de wereld, ook in ons eigen leven, vooral ook in de tijd waarin we nu leven. Er is lijden dat verweven ligt in de structuur van de schepping. Lijden dat ons van buitenaf overvalt: wreed, hard, genadeloos, onvoorspelbaar. Sinds de Coronacrisis weten we allemaal waar we het nu over hebben. Maar er is ook een ander soort lijden: lijden dat wij wel zouden kunnen voorkomen. En ik denk daarbij aan de vele verschroeide plekken op aarde, waar het virus nu vrijwel onbeperkt zijn gang kan gaan. Ruim 70 miljoen vluchtelingen zijn er op de wereld, waaronder talloze kinderen. Ook daar zal het Coronavirus toeslaan, zoals dat ook het geval is onder de vele daklozen in het centrum van New York, die bij bosjes sterven. Wie houdt hen in deze tijd een extra beschermende hand boven hun hoofd? Dat is het lijden van het ergste soort, want dat gaat over lijden dat wij misschien hadden kunnen voorkomen.
Zwartkijkers zeggen dat het niet goed gaat met onze wereld. Dat riep Jezus ook. Maar hij zei dat niet vanuit zijn luie stoel. Jezus waarschuwde ons op weg naar Golgotha. Dat is wat anders dan glurend vanachter onze gordijntjes. Maar er is ook een goede keerzijde aan deze tijd. We leven in een tijd van steeds meer en steeds groter, maar ik heb de laatste maand ervaren hoe veel mensen weer terug durven gaan naar de echte vragen van ons leven. Hoewel we ver van elkaar moeten blijven, zijn er ongelooflijk veel mensen die zich in deze tijd inzetten voor medemenselijkheid en de nodige zorg. Eindelijk terug bij de vragen waar het in ons leven werkelijk omgaat. En van daaruit opnieuw God en elkaar ontdekken, vanuit een wereld vol naastenliefde en solidariteit.
We gaan de Stille Week in. Jezus kijkt uit over Jeruzalem. Hij is nu onderweg, hoewel Hij weet wat Hem daar te wachten stond. De tranen springen Hem in de ogen. Hij heeft echt verdriet en is door medelijden bewogen om het lot van Jeruzalem. Daarom kiest Jezus niet alleen voor zijn glorieuze Optocht, maar kiest Hij op Goede Vrijdag ook voor een pijnlijke Exodus richting Pasen. De komende week zullen wij in ons gebed en aandacht, en vooral onze zorg voor elkaar, met Zijn lijdensweg meegaan; op zoek naar een zalig Pasen. Ik wens u een Goede, en Stille, maar vooral een Heilige week toe.
Ambro Bakker s.m.a.
Deken van Amsterdam